stemmer: er klinkt een Bes akkoord
vleugelpiano: ik sta hier vooral voor de esthetiek
een puber die zich voorbereidt
op een eerste kus vervroegd het feest verlaat
plakkend van het bier de baco lippen
onberoerd zieltje gekwetst
stemmer: er klinkt een grote F
vleugelpiano: ik sta hier vooral in stilte
aan mijn voet vier pedalen die mijn stem hervormen
aan mijn toetsen snaren die horen te trillen
er is niemand die mij aanraakt
laat schrikken om zo toch
stemmer: er klinkt een D mineur
vleugelpiano: ik sta niet bij haar
hortense de beauharnais
die mij nooit ontvangen heeft
ik weet welke muur haar portret draagt
haar vingertoppen heb ik nooit gevoeld
stemmer: een lange rust
vleugelpiano: nooit heb ik haar zien zoeken naar eenheid in klank
dissonantie is mij onbekend
harmonie evengoed
om al mijn tonen zit koper gewikkeld zo kan
de omgeving mij niet met een zucht ontstemmen
stemmer: laat mij klinken
vleugelpiano: laat mij klinken
stemmer: ik droom van rapsody in blue nee beethoven
vleugelpiano: ik droom van stofvlokken die zich tot vingers vormen
stemmer: mijn solo klinkt, de toeschouwer een briefkoffer leeg, borden leeg, gezichten leeg
vleugelpiano: vier maten rust
zes maanden rust
twee
drie
eeuwen
rust
stemmer: alleen ik
vleugelpiano: ik alleen
voel de zuiverheid glijden
ik wil een verhaal geen geschiedenis
hoe lang blijft die in beweging is het correct
ik voel het glijden
stemmer: de andere piano’s zijn rotzooi
ik mag het niet denken
een stem moet gehoord
mijn weerzin om dit instrument te verlaten
ketst af in deze zaal 1.12
1-1-2 de piano verkeert in een noodsituatie
‘daar mag je geen grapjes over maken’ bijt de
slappe koffie in alle huizen waar ik kom mij toe
ik word gesust door de juiste temperatuur
geschokt door de kilte van dromen die in duigen vallen
in mijn koffer ligt mijn apparatuur opgepoetst
mijn vingers zijn in handschoenen gehuld
ivoor is teer
ivoor blijft teer
stemmende vingers zingen ook
gershwin bach beethoven en pop
onderschat het niet
klanken heel maken
in mijn hoofd klinkt een hoge C
het klinkt als
Maxine Palit de Jongh (1993) schrijft toneel, poëzie, proza en scenario en combineert deze vormen in haar werk. Ze is gefascineerd door verrassing en dialogen waarin ongemak tot wonderlijke ontmoetingen leidt. Ze heeft geschreven voor en voorgedragen bij Mooie Woorden, Orkest de Ereprijs, Poezieclub/Awater en Theaterkrant Magazine. Maxine is afgestudeerd aan Writing for Performance aan de HKU en is onderdeel van Slow Writing Lab VI van Het Nederlands Letterenfonds. Bij NFF Talent: Writersroom in samenwerking met ROSE stories presenteerde ze scènes uit haar scenario 'Monarchen'. In oktober komt 'Morgen durf ik alles' uit waarbij Maxine met zes andere schrijvers gedichten voor kinderen schreef over angst en durven in opdracht van Theatergezelschap BonteHond.