Artikel

De televisie vanaf 1948

De doorbraak van een massamedium

Bij de introductie van de televisie lag de nadruk vooral op het sociale aspect van gezellig samen televisiekijken. De televisie luidde de opkomst van de beeldcultuur in en is voor de meeste mensen nog steeds een onmisbaar onderdeel van het dagelijks leven

De firma Philips was in de jaren vijftig van de twintigste eeuw een van de grote drijvende krachten achter de invoering van de televisie in Nederland. In reclameboodschappen prees het Eindhovense bedrijf het nieuwe medium aan als fenomeen dat het traditionele gezin niet bedreigde, maar juist versterkte. In die advertenties is vaak een gezin te zien dat gezellig en harmonieus kijkt naar het beeldscherm dat de wereld in de huiskamer brengt.

De televisie zorgde voor grote veranderingen in de huiskamer. De eettafel kreeg een minder centrale plaats, want elk gezinslid moest vanaf de bank of een luie stoel het toestel kunnen zien, liefst met een laag tafeltje bij de hand voor een hapje en een drankje. Ook wat betreft tijdsbesteding veranderde er het nodige. Rond 1970 zat de gemiddelde Nederlander zo'n anderhalf uur per dag voor de televisie, aan gezelligheidsspelletjes zoals kaarten en ganzenborden werd veel minder tijd besteed. Critici vonden dat het kijkgedrag passiviteit en slaafs consumentisme in de hand werkte. Maar de verdedigers van het nieuwe medium wezen op de gezelligheid die het in het gezin bracht en op de informatieve functie van de televisie. Het medium speelde ook een belangrijke rol in de meningsvorming over maatschappelijke onderwerpen. Omdat de keuze beperkt was (tot 1964 was er één kanaal, daarna twee), keken veel mensen naar dezelfde programma's. Als ze de volgende morgen op het werk verschenen, hadden ze wat te bespreken. 

Lees verder op entoen.nu/televisie