Artikel

Holocaustontkenning

Grenzen in het speciaal onderwijs

In het onderwijs vragen gevoelige onderwerpen als de Holocaust om een gedegen aanpak, zodat er onder de leerlingen geen misverstanden kunnen ontstaan. Vooral in het speciaal onderwijs is het belangrijk om duidelijk te zijn als docent en het onderwerp goed te introduceren en te begrenzen. Als beginnend docent vergat ik dit een keer, waardoor een leerling flink tegen zijn grens kwam te zitten.

Het is 2011. Nog maar kort ben ik aan de slag als docent geschiedenis in het voortgezet speciaal onderwijs. Vandaag staat het thema Holocaust op de agenda. Er zitten ongeveer tien leerlingen uit havo 3 voor me. Het zijn kinderen met autisme, psychiatrische beperkingen of gedragsproblemen. Havo 3 is een groep die graag en veel discussieert, niet alleen over schoolregels maar ook over historische onderwerpen. Er zit ook een aantal wat stillere leerlingen tussen.

Ik probeer origineel te zijn. Op een A4-tje heb ik vijftien argumenten van Holocaustontkenners gezet.

De nazi's beschikten niet over de grote hoeveelheid brandstof die nodig was om de Joden te verbranden, Zyklon B werd alleen gebruikt om kleding te ontluizen en het filmmateriaal van diverse kampen was zuivere Russische propaganda.

Zyklon B gifgas

Onder aan deze argumenten heb ik een krantenartikel afgedrukt over de Britse historicus David Irving, die in 2006 drie jaar in de gevangenis belandde vanwege Holocaustontkenning. De opdracht is: lees de argumenten goed door, evenals het stukje over Irving. Vind je deze argumenten overtuigend? Waarom wel of niet?

David Irving [bron: Wikimedia]

Vervolgens laat ik de opdracht even rusten. In de dagen die volgen valt het me op dat een van de leerlingen er steeds slechter begint uit te zien: groeiende wallen en een sombere blik. Vermoedelijk, zo redeneer ik, heeft hij een wiskundetoets verknald.

Na een week kom ik terug op de opdracht door een documentaire over Auschwitz te laten zien die het ultieme bewijs van de Holocaust levert: alleszeggend fotomateriaal én gefilmde bekentenissen van diverse nazi's.

Het is muisstil. Na de documentaire gaat er een vinger omhoog. "Zeg het maar Davy". De jongen, die me aankijkt met disproportioneel grote wallen, stottert: "Meneer, ik b-b-ben zó blij dat u déze d-d-documentaire laat zien..." "Hoezo Davy?" "Nou, ik heb d-d-de hele week n-n-niet kunnen slapen. Toen ik de argumenten tégen de Holocaust las, vond ik ze zo overtuigend dat ik zeker wist dat d-d-de Holocaust niet echt gebeurd is. Ik durfde er met niemand over te praten. Want in het artikeltje over Irving las ik dat je als je niet in de Holocaust gelooft, je d-d-dríé jaar de gevangenis in moet."

Achteraf heb ik behoorlijk moeten lachen om deze gedachtekronkel. Ik heb er ook wat van opgestoken. Dat ik als docent de Holocaust met voorzichtigheid moet behandelen. En dat Holocaustontkenners gevaarlijk zijn: ze zetten medemensen die een handleiding hebben, op een verkeerd spoor.

Eigenlijk doen Holocaustontkenners daarmee precies hetzelfde als de nazi's letterlijk deden.

Davy zie ik nog regelmatig op de bovenbouw. Zijn wallen zijn verdwenen, hij glimlacht vaak en heeft geschiedenis laten vallen. Volgens Davy’s mentor en mijn collega wiskunde zit hij op het goede spoor richting het havodiploma.

[De naam Davy is gefingeerd]

Holocaust Memorial at California Palace of the Legion of Honor - San Francisco

Historiek

Dit verhaal is afkomstig van het online platform Historiek, tevens partner van de Maand van de Geschiedenis. Kijk voor meer verhalen over Grenzen op Historiek.