Artikel

‘Het pokkenvaccin was een doorbraak’ - interview Roel Coutinho

Door: Alies Pegtel

In zijn boek 'Poxx. Over pokken, het eerste vaccin en een virus dat nooit verdwijnt,' duikt Roel Coutinho in de geschiedenis van de pokkenbestrijding. ‘Dat deze ziekte is uitgeroeid, is een triomf van de wetenschap.’

Poster uit de laat negentiende eeuw, waarop Edward Jenner zijn jonge kind vaccineert - Credit: Wellcome Library, London

‘In de achttiende eeuw namen pokken de plaats in van de pest als meest gevreesde plaag. Maar als je pokken eenmaal had overleefd, was je voor je leven beschermd. Dat gold niet voor de pest. Toen in de achttiende eeuw de pest uit Europa was verdwenen, behoorden pokken tot de voornaamste doodsoorzaken. Vooral voor kinderen; voor hen was de kans eraan te sterven rond de 25 procent.

In 1720 introduceerde Lady Mary Wortley Montegu als eerste in Europa een preventieve behandeling. Ze was de echtgenote van de Britse ambassadeur in Constantinopel en kwam daar in contact met variolatie, een behandeling die ook in China al eeuwen in gebruik was. De huid werd een beetje opengekrast, en daarin werd gedroogde pokstof gewreven. Lady Montegu liet haar vijfjarige zoon in Turkije behandelen, een Britse arts keek toe. Terug in Engeland introduceerde ze de methode aan het Engelse hof.

Ze was een exponent van de verlichte elite. In de achttiende eeuw veranderde het denken over terugkerende ziektes; men wilde zich er niet meer bij neerleggen dat deze een straf van God zouden zijn, maar er iets tegen doen. Maar variolatie was niet zonder risico. Er werd daarom gezocht naar alternatieven. Net toen men in Nederland ook wilde overgaan tot variolatie, kwam eind achttiende eeuw het bericht dat de Britse huisarts Edward Jenner een succesvolle inenting had ontwikkeld.

Dat was een grandioze doorbraak. Jenner had gezien dat melkmeisjes die koepokken hadden gehad beschermd waren tegen mensenpokken. Hij wist nog helemaal niet hoe infectieziektes werden overgedragen, maar ontwikkelde wel het eerste vaccin. Binnen enkele jaren was zijn koepokinenting in heel Europa bekend. Maar hij ondervond ook weerstand. Er waren toen al fervente antivaxxers, die dachten dat Jenners vinding niet klopte. Ze hadden een serie argumenten die niet veel afwijkt van die van de antivaxxers van nu.

Dat de pokken zijn uitgeroeid is een triomf van de wetenschap. Het is ook een luxe dat je je tegenwoordig kunt permitteren om antivaxxer te zijn. Een reden dat het percentage gevaccineerde kinderen hier afneemt, is dat veel Nederlanders infectieziektes helemaal niet meer kennen. Als je zegt: “Je wordt ingeënt tegen difterie”, dan kijken ze je aan. “Difterie, waar heb je het over?” Maar wat ze zich niet realiseren, is dat in rest van de wereld die ziektes nog veel voorkomen en dat je dus een risico blijft lopen als je er niet tegen gevaccineerd bent. Ook nieuwe infectieziektes zullen ons blijven belagen. Virussen die in het dierenrijk voorkomen, kunnen overstappen naar de mens. Dat is altijd gebeurd; we blijven onderdeel van de natuur.

Voor de bestrijding ervan blijft de wetenschap belangrijk. We hebben er alles aan te danken. Neem de Covid-uitbraak; daar hebben ons van kunnen bevrijden dankzij de wetenschap. Zonder coronavaccin was de pandemie uiteindelijk ook wel gestopt, maar dan had het veel langer geduurd en waren er veel meer doden geweest.’

Arts en oud-directeur van het RIVM Roel Coutinho (1946) heeft zijn carrière gewijd aan bestrijding van infectieziektes.