Artikel

Praten en bezetten

Hoe studenten hun activisme uitvonden

'Waar en hoe laat?' De politie mocht er niks vanaf weten. De honderden deelnemers juist wel. Er moest proviand mee. Bezems en vuilniszakken om het netjes te houden. En er gingen boeken mee. Veel boeken. Want waar en wanneer beter dan bij een universiteitsbezetting om met elkaar in discussie te gaan over de toekomst van je studie, je universiteit, het land, de wereld? Duizenden studenten, veel van hen afkomstig uit het katholieke Noord-Brabant en Limburg, gaven de stad Nijmegen een blijvend links en opstandig imago. Een cadeau waarom de nette, Roomse stad nooit had gevraagd. Hoe kwam het dat studenten vanaf de jaren zestig zo luidruchtig van zich lieten horen? Met welk doel verenigden ze zich in ontelbare aksiecomités en werkgroepen? En kunnen studenten anno 2023 iets van hen leren?

Vóór de jaren zestig: een parallelle samenleving

Studeren was lang iets van de elite. Jongeren met ouders van goede komaf werden opgeleid tot bankier, jurist of onderzoeker. Tijdens hun studie bevonden zij zich een aantal jaren in een parallelle samenleving. Voor iedere sportvereniging bestond er wel een studentenvariant. Ze verenigden zich ook in gezelligheidsverenigingen, het corps, met traditionele hiërarchische structuren waarin jongens en meisjes waren gescheiden. Zo bleef het tot halverwege de jaren zestig. De geïsoleerde studentenwereld brak zichzelf open. De student zou zich niet langer onzichtbaar op een zolderkamer of in de bibliotheek aan de samenleving onttrekken, maar moest een gewaardeerd en actief lid ervan worden. Althans, dat vonden de eerste studentactivisten in de steden Amsterdam, Tilburg en Nijmegen. Door studiebeurzen vonden ook jongeren uit lage- en middeninkomens de weg naar het hoger onderwijs. Eén van hen was Ton Regtien, een psychologiestudent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, die in 1963 de Studentenvakbeweging oprichtte naar buitenlands voorbeeld. Het hoger onderwijs moest democratischer. Maar het hoger onderwijs luisterde niet. Zo bleef de situatie tot 1968, toen een duizendtal Nijmeegse studenten het universiteitsbestuur geen keuze liet.

De eerste aksies

In 1968 leek het alsof een activistisch virus de ronde deed in de Verenigde Staten, Japan en West-Europa, met de studentenrevolte van Parijs als onbetwiste piek. In het najaar bereikte de revolutionaire golf ook Nijmegen. Ongeveer duizend studenten barricadeerden zich voor één dag in de aula van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Het zou de eerste van vele bezettingen in Nederland zijn. In april van het volgende jaar bezetten Amsterdamse studenten het Maagdenhuis, een bezetting die hardhandig werd beëindigd door de gemeentelijke autoriteiten. Het doel van de studenten? Meer inspraak, een democratischer ingerichte universiteit. Het studentenactivisme werd met vallen en opstaan uitgevonden door politiek geëngageerde studenten die hun idealen wilden realiseren. De ene aksie was gericht tegen de aanstelling van een hoogleraar, de andere juist weer voor de behandeling van socialistische literatuur, altijd met een theoretische grondslag. Op den duur verschoof de focus echter. Op universitair niveau waren lang niet alle doelen behaald, maar daarbuiten vonden dringender ontwikkelingen plaats. De Vietnamoorlog, het Israël-Palestinaconflict, dictaturen in Zuid-Amerika – allemaal zaken waarover wereldverbeterende studenten zich inlazen, een mening vormden en waarvoor zij comités oprichtten.

Wie deden er mee?

Wanneer Jan de Rooij, oud-student, gevraagd wordt naar zijn persoonlijke inbreng, is hij duidelijk over de onderlinge saamhorigheid tussen studentactivisten. Jan nam deel aan tientallen bezettingen in Nijmegen, maar benadrukt dat de acties slechts een manifestatie waren van de discussies die deze studenten toen voerden. Roel Hoek, nog steeds bevriend met Jan na hun studietijd in de seventies, onderschrijft dit. Roel was stencilaar op het Instituut Antropologie en later samen met Jan zeefdrukker van affiches voor de ontelbare comités en groeperingen. Veel studenten zullen tijdens discussieavonden of bezettingen op zoek zijn geweest naar hun aha-erlebnis, datgene wat de studentenbeweging vooruit zou stuwen. Maar of Jan en Roel ooit zelf een eurekamoment beleefden? 'Alles komt voort uit iets anders. Er is niemand die zal zeggen: dit was mijn ding, mijn uitvinding.' Maar het Nederlandse studentactivisme, daartoe droegen Jan, Roel en hun generatie wel degelijk het hunne bij.

De weg is vrij

De jaren zeventig konden niet eeuwig duren. Jan en Roel 'verlengden hun jeugd' tot diep in de jaren tachtig met het verzorgen van drukwerk voor de beweging. Zij waren er bij toen Nijmegen nationaal in de schijnwerpers stond bij de 'Pierson' – de gewelddadige ontruiming van de Piersonstraat, waar woningen plaats moesten maken voor een parkeergarage. In dat jaar, 1981, kwamen alle versplinterde groeperingen en de hiervoor meestal afzijdige Nijmeegse bevolking nog één keer samen, bij wat in eerste instantie een actie van de breed gesteunde krakersbeweging was. De urgentie achter het studentactivisme was met de oprichting van het Derde Wereldcentrum door Gerrit Huizer al grotendeels afgezwakt. Daar konden studenten binnen de curricula van de universiteit vormgeven aan aksies, zonder daarbij onuitgenodigd intrek te nemen in universiteitsgebouwen. De democratiseringsmaatregelen op de universiteit hielden tot in de jaren negentig stand en zijn mettertijd op één of andere manier afgezwakt of afgeschaft. In 2011 reanimeerde een dertigtal ontevreden studenten de traditie van het bezetten nog voor een paar uur, maar tegenwoordig denken weinig studenten er nog aan zich te barricaderen in de 88 meter hoge Erasmustoren, zoals Roel en Jan hadden gedaan op de dag van de (niet zo) feestelijke opening. Welke les willen de heren meegeven aan studenten anno 2023? 'Lees de krant, verdiep je, neem een standpunt in.' Nog een keer die toren in? 'Nee, nee, zo’n actie was een uiting. Ga eerst eens in gesprek. Probeer iets nieuws te vinden.'

Door Huug Wiss, student van de Educatieve Master Geschiedenis aan de Radboud Universiteit.

Afbeelding: De studentenrevolte in Parijs vormde de onbetwiste piek van de wereldwijde studentenprotesten (Nationaal Archief).