Artikel

Waarom Eise Eisinga een planetarium bouwde in zijn woonkamer

De opkomst van de Verlichting

Friesland, april 1774. Nieuws over een naderend natuurfenomeen vult de krantenkoppen. Vier planeten en de maan zouden in één lijn naast elkaar komen te staan. Een opwindend verschijnsel dat tot de verbeelding spreekt: wat kan dit betekenen voor onze aardbol? Bij de Friese Eise Eisinga leidt het tot een ingenieus idee. Hij besluit een model van ons planetenstelsel te bouwen. Een draaiend planetarium, in zijn eigen huiskamer.

De samenstand van de planeten hield de gemoederen in Friesland flink bezig en leidde tot de meest onheilspellende theorieën. Ook de Friese verlichte dominee Eelco Alta speculeerde mee: door de kracht van de samenstand zou de aarde misschien wel uit haar baan geslingerd worden en verbranden door de warmte van de zon. Waarschijnlijk al op 8 mei 1774 aanstaande. Veel sterrenkundigen wisten wel beter: in werkelijkheid stonden de hemellichamen miljoenen kilometers van elkaar vandaan. Ook Eisinga wist dat het planetenstelsel groter was dan veel mensen zich realiseerden. Het kostte hem wel zeven jaar om het ambitieuze werktuig te voltooien. Te lang om aan de inwoners van Friesland op tijd te ‘bewijzen’ dat er niets buitengewoons stond te gebeuren op 8 mei 1774. Met de voltooiing van zijn bouwwerk zou Eisinga de geschiedenis ingaan als een eenvoudige amateurwetenschapper die de Friese bevolking met zijn planetarium uit de onwetendheid loodste. Was Eisinga daadwerkelijk de sobere volksheld die Friesland op weg hielp naar de verlichting? En wat klopt er van Eelco Alta’s verhaal?

Verlicht Friesland

Friesland bevond zich in de tweede helft van de achttiende eeuw in een bijzondere overgangsperiode. Steeds meer burgers raakten overtuigd van het verlichtingsdenken. Tegelijkertijd behield het geloof een invloedrijke status in de maatschappij. Velen probeerden een balans te vinden tussen hun toewijding aan het geloof en een prille voorliefde voor wetenschap. Zo ook dominee Eelco Alta. Hij schreef een anoniem pamflet onder de titel Philosophische Bedenkingen over de Conjunctie van de Planeten Jupiter, Mars, Venus, Mercurius en de Maan. Hierin uitte hij zijn angst voor de mogelijke gevolgen van de samenstand, gebaseerd op zijn basale kennis van het heelal. Nergens in het pamflet garandeerde Alta echter enige zekerheid over zijn voorspellingen, integendeel juist. Het was dan ook niet Alta’s pamflet dat de gemoederen hoog deed oplopen, maar eerder een advertentie die een uitgever erover publiceerde in de Leeuwarder Courant. Hierin werd namelijk beweerd dat de dominee in het boekje beschreef dat het einde der aarde naderde.

Fake news?

Deze ontwikkelingen laten zien dat de pers in de achttiende eeuw al grootse invloed uitoefende op de publieke opinie. Net als vandaag de dag. Ook Eisinga, die rond de planetenophef dertig jaar was en op het punt stond een kind te krijgen, moet het alarmerende nieuws op de voet hebben gevolgd. Helaas weten historici hier maar weinig over. Zij moeten diep graven om het verhaal van Eisinga te doorgronden, aldus zijn biograaf Arjen Dijkstra. Volgens de mythe die rond hem ontstaan is, zou Eisinga zijn planetarium gebouwd hebben om het publiek te onderwijzen over de sterrenhemel en hun zorgen weg te nemen. Echter, zo beredeneert Dijkstra, de realiteit ligt iets genuanceerder. Er bestaat geen enkele bron die zo’n nobele motivatie bewijst. Aannemelijker is dat Eisinga zich realiseerde hoe praktisch het zou zijn als hij aan de hand van een model in één oogopslag kon uitleggen hoe de planeten rond de zon bewogen. Eisinga was daarbij niet zomaar een ‘eenvoudige’ wolkammer die zichzelf sterrenkundige kennis bijbracht, hij was een welgesteld burger met een goede opleiding en voldoende vrije tijd – en niet onbelangrijk: een uitzonderlijke gedrevenheid om zijn idee werkelijkheid te maken. Volgens Marjan Brouwer, één van de conservatoren van het planetarium, zag hij de bouw van het planetarium vooral als een uitdaging voor zichzelf. ‘Hij wilde het gewoon kunnen. Hij wilde niet als een soort messias de zaken oplossen. Zijn werk kwam eerder voort uit een soort praktisch verlichtingsdenken.’ Door zelf na te denken en zelf het werktuig te bouwen, kon hij aan de vele geïnteresseerde Friezen laten zien hoe de vork in de steel zat.

Een unicum

Met het planetarium creëerde Eisinga iets unieks in de wereld: een werktuig dat tot op de dag van vandaag de actuele stand van de planeten laat zien. Het planetarium is in de laatste decennia uitgegroeid tot een populaire publieksattractie. ‘Er bestonden in 1781 al oudere planetaria. Dat waren vaak kleine, ongelofelijk chique dingen, vooral voor de rijkere bevolking. Eisinga’s planetarium is echt wat anders, omdat het zo groots is uitgevoerd,’ legt Brouwer uit. Reacties op het planetarium variëren volgens haar dan ook van ‘hoe is dit mogelijk?’ tot ‘wat een vreemde vogel moet die Eisinga geweest zijn.’

Werelderfgoedstatus

Verhalen over Eisinga en zijn tijdgenoten schetsen zo nu en dan een nogal romantisch beeld van Eisinga. Het contrast tussen hem als sobere publiekswetenschapper en Alta als verspreider van zogenaamd achterhaalde religieuze ideeën of zelfs fake news, blijken te overdreven. Wel laten deze personages zien dat Friesland zich destijds in die interessante overgangsperiode bevond. Brouwer concludeert: ‘Het idee over Alta kunnen we zien als exponent van een wereld die langzaam verdween en dat van Eisinga als exponent van een samenleving waarin meer zelf nagedacht en geëxperimenteerd werd.’ Toch had nog niemand ooit zo’n indrukwekkend werktuig gebouwd in diens eigen woonkamer. Een buitengewone prestatie. Niet voor niets is het planetarium dan ook goed op weg naar het verkrijgen van UNESCO werelderfgoedstatus.

Door Lotte van der Linden, masterstudent Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit.