Artikel

Klimaatverandering leidde tot wereldwijde rampspoed

Door: Teun Willemse / artikel uit Historisch Nieuwsblad

Hongersnoden, epidemieën, bloedige revoluties en oorlogen die eeuwig leken te duren: zeventiende-eeuwers bleef weinig bespaard. Volgens de Britse historicus Geoffrey Parker was klimaatverandering de katalysator van deze wereldwijde rampspoed. In zijn boek Wereldcrisis laat hij zien hoe de ‘Kleine IJstijd’ Europese en Aziatische heersers tot wanhoop dreef. En wat wij daarvan kunnen leren.

In 1608 schildert Hendrick Avercamp ijskoude taferelen / Collectie Rijksmuseum

Er waren in de zeventiende eeuw maar weinig delen van de wereld die geen nadelige gevolgen ondervonden van de afkoeling van de aarde, die veroorzaakt werd door een verminderde activiteit van de zon. Landen werden geteisterd door vrieskou, overstromingen, zware stormen, aardbevingen of vulkaanuitbarstingen, vaak met mislukte oogsten tot gevolg. In zijn boek – dat in februari 2022 voor het eerst in het Nederlands verscheen – stelt Parker dat we die verschijnselen niet los kunnen zien van de vele opstanden en staatkundige crises in die periode.

Door de klimaatverandering teweeggebrachte schaarste droeg bij aan een burgeroorlog in Engeland, een revolutie in Frankrijk en de bloedige overgang van de Ming- naar de Qing-dynastie in China. Zeventiende-eeuwse heersers slaagden er maar zelden in om die crises het hoofd te bieden. In de huidige strijd tegen klimaatverandering denkt Parker dat we – net als in de zeventiende eeuw – vroeg of laat offers moeten brengen om catastrofes te voorkomen. Maar hij betwijfelt of de wereld daar klaar voor is.

Hoe kwam u op het idee dat het klimaat bijdroeg aan de rampspoed in de zeventiende eeuw?
‘Jaarringenonderzoek wees uit dat het midden van de zeventiende eeuw een aantal verschrikkelijk koude jaren heeft gekend. Dat was niet te zien aan een boompje hier of daar, maar aan grote groepen bomen, verspreid over de hele wereld. Het archeologisch bewijs wees op een opmerkelijke temperatuurdaling van ongeveer twee graden. Toen kwam de gedachte bij me op: als de wereld kouder werd, had dat misschien wel invloed op de stabiliteit van samenlevingen. Twee graden lijkt namelijk een kleine daling, maar het kan de landbouw en graanoogsten flink aantasten.

In 1618 gebeurde bovendien iets dat nog nooit was voorgekomen: de Bosporus bevroor.

Ik schreef Wereldcrisis in 2013, en heb deze nieuwe versie flink ingekort en geactualiseerd. Een groot deel van de voetnoten, grafieken en tabellen zijn verdwenen voor de leesbaarheid. De belangrijkste toevoeging is de epiloog, waarin ik inga op de link tussen de zeventiende eeuw en de huidige klimaatproblematiek. Tegenwoordig vrezen we immers een wereldwijde temperatuurstijging van twee graden. Ook dat lijkt op het eerste oog niet veel, maar de zeventiende eeuw leert ons dat dit absoluut een significante verandering is.’

Lees het hele interview met Geoffrey Parker tot 6 mei op de website van Historisch Nieuwsblad.