Artikel

De pijnlijke maatregelen tegen mond-en-klauwzeer

In maart 2020 nam de overheid strenge maatregelen ter bestrijding van corona, een ziekte die de volksgezondheid onder druk zet. Het nemen van maatregelen vanwege de uitbraak van een ziekte kwam mijn oom, Rein Koning, wel bekend voor. Hij heeft een bedrijf met ongeveer driehonderd geiten en verwerkt de melk tot geitenkaas van eigen merk. Ik vroeg hem naar zijn ervaringen met de bestrijding van mond-en-klauwzeer, denkend aan de crisis in 2001.

Een Saoedische koe met MKZ, voor zij geruimd werd. Op haar tong is een grote blaar te zien. Fotocollectie Rein Koning

Mond-en-klauwzeer (MKZ) is een zeer besmettelijke virusziekte waar onder meer koeien, varkens, schapen en geiten aan kunnen lijden. Aan het virus zelf gaan de dieren niet dood, het zijn meestal de bijverschijnselen. ‘Als je blaren op je tong hebt, wordt het eten wel erg moeilijk’, legt mijn oom uit. Dus wat kun je doen als een koe het virus heeft? Je geeft de koe een fijn rantsoen: vers, kort gras, zodat ze het makkelijk op kan nemen. En je kunt iets tegen de koorts doen, zorgen dat ze van de hitte af komt en veel water geven. Je probeert te zorgen dat de koe door de dip heen komt.  

Zelf heeft Rein Koning een uitbraak van mond-en-klauwzeer meegemaakt, maar niet in Nederland. Ter afsluiting van zijn opleiding aan de Hogere Agrarische School liep hij eind jaren ’80 stage op een bedrijf met zo’n 20.000 koeien in Saoedi-Arabië. Het bedrijf was de grootste melkproducent in het land en er werkten toen zo’n 600 mensen, voornamelijk uit Engeland en de Filipijnen. Daar brak de ziekte uit op Young Stock Unit, de afdeling jongvee. Waarschijnlijk had een kudde langslopende kamelen het virus overgedragen. ‘Het was op dat moment toevallig ook nog eens een keer vochtig weer, dus middels aerosolen werd het virus vrij makkelijk verspreid.’ 

In eerste instantie besloot de veearts om te gaan ruimen. Gedurende een ruime week werden alle dieren waarbij mond-en-klauwzeer werd aangetroffen gedood. Er werden ook andere maatregelen genomen om verspreiding tegen te gaan, zoals quarantainemaatregelen. Besmette hokken en veestapels werden zoveel als mogelijk gescheiden gehouden. Laarzen en auto’s moesten steeds door ontsmettingsbakken. En personeelsleden werkten zoveel mogelijk apart van elkaar.  

Nadat geconstateerd was om welke virusvariant het ging, konden de dieren met het juiste vaccin geënt worden. Met de vaccinaties kon de ziekte ingehaald worden en viel op een gegeven moment de verspreiding stil. Of de ruimingen in het begin veel geholpen hebben? ‘Ik weet het niet. Dat virus dat verspreidt zich ontzettend makkelijk. Ik denk dat het helemaal niks uitgemaakt zou hebben. Zeker omdat je personeel op het bedrijf hebt rondlopen dat geen verstand heeft van de verspreiding van ziektes, van dingen die je niet ziet.’  

Aan de ziekte zelf gingen de koeien echter niet dood. Het is een lijdensweg en het kost veel moeite om een besmette koe er weer bovenop te helpen, vertelt mijn oom. Maar in Saoedi-Arabië deden ze uiteindelijk niet anders. Met name op de Young Stock Unit heeft hij de koeien goed zien herstellen. ‘Om nou te zeggen: koeien gaan dood van mond-en-klauwzeer, dat is absoluut niet zo. Ze lijden als een gek van mond-en-klauwzeer en komen er dan wel doorheen.’  

Nog voor de ziekte uitbrak op het bedrijf was hij begonnen aan een onderzoek naar de gevolgen van mond-en-klauwzeer onder koeien die het overleefd hadden. Aan de hand van veekaarten met de gezondheidsstatus en melkproductiegegevens van iedere koe kon hij zien of deze dieren door de besmetting in prestatie achteruit waren gegaan. Zijn conclusie was dat het doormaken van mond-en-klauwzeer geen effect had op de prestaties van een koe.  

Een Nederlandse familie krijgt te horen dat hun vee een noodvaccinatie moet krijgen en later zal worden geruimd. In de tuin staat een bord met protest tegen het beleid om niet preventief tegen MKZ te vaccineren. Foto: Bram van de Biezen / HollandLuchtfoto

Met lede ogen kijkt mijn oom terug op de mond-en-klauwzeeraanpak in Nederland. Volgens Europese handelsvoorwaarden mag vlees geen sporen bevatten van het mond-en-klauwzeervirus. Het vee mag dus ook niet gevaccineerd worden. Zo’n 270.000 dieren zijn daarom preventief geruimd bij de uitbraak in 2001. ‘Ik stond met verbazing te kijken naar minister Laurens-Jan Brinkhorst, die nog nooit een koe in zijn handen heeft gehad. Hoe hij met zijn beleidsmaatregelen Europeesconform onze veestapel zat te bestieren. Ja, dat doet wel zeer, hoor.’  

Op slechts 26 van de 2500 bedrijven in Nederland die uiteindelijk geruimd zijn, was de ziekte geconstateerd. En dat, terwijl het om een ziekte gaat waaraan een dier niet doodgaat en die geen bedreiging vormt voor de volksgezondheid. ‘Het veiligstellen van de handel ten koste van het dierwelzijn, vond ik buitensporig. Ik zou gewoon botweg zijn gaan vaccineren.’  

Door Tessa Ridder, masterstudent Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Meer weten over de mond-en-klauwzeeruitbraak in 2001? Bekijk de documentaire De Boerenrepubliek op NPO-Start.