Artikel

Twee dagen voor het evacueren van jezelf, huisraad en meer dan tweeduizend varkens

In 1995 vond de grootste evacuatie in de naoorlogse geschiedenis plaats. De grote dreiging van het doorbreken van de dijken zorgde ervoor dat 250.000 mensen hun huis in het Gelderse rivierengebied moesten achterlaten om zich in veiligheid te brengen. Het opbergen van je huisraad was een onvoorziene uitdaging, maar wat als daarnaast ook nog een paar duizend dieren een veilig onderkomen moesten krijgen?

‘Hoe gaan we dit voor elkaar krijgen?’ Dat dacht Marian Boekhorst toen ze op zondag 29 januari 1995 door het nog met dauwdruppels versierde gras naar de stallen liep. De eerste laadwagen zou zo arriveren. Als varkenshouders besloten Marian en haar toenmalige man, Jan, om op die zondag te beginnen met leeghalen van hun stallen. Door de abnormaal grote hoeveelheid regenval in België en Noord-Frankrijk stond het water van de Nederlandse rivieren al dagen tot de kruin van de dijken. De dreiging van het moeten evacueren lag als een schaduw over de inwoners van het Land van Maas & Waal. Op maandag 30 januari schalde uit hun radio’s en televisies dan toch de stem van Jan Terlouw die hen ‘dringend adviseerde’ om huis en haard te verlaten. Marian en Jan moesten in iets meer dan twee dagen tijd een passend onderkomen vinden voor hun ruim tweeduizend varkens. Die ochtend over het erf had Marian al een onheilspellend onderbuikgevoel, niet zeker wetend of ze op tijd weg konden komen en of ze datzelfde erf nog eens zou bewandelen.

Brandweer plaatst zandzakken bij de dijk in Heesselt, 1995.

Knop om en overleven 

Marian denkt terug aan de uren van die grote onderneming als niet bestaand. Het evacueren voelde als momenten waarin ze werd geleefd en het besef van tijd verdween. Het waren veel dieren en deze moesten ook op een georganiseerde manier worden ingeladen en vervoerd.  

Zo vertelt ze: ‘Er viel zo veel te regelen. De zeugen hebben we allemaal moeten nummeren zodat biggetjes weer bij hun moeder terechtkwamen. Vleesvarkens moeten ook voorzichtig worden ingeladen en op stal worden gezet omdat ze anders gaan vechten om hun rangorde opnieuw te bepalen’. De plekken waar de dieren naartoe werden gebracht konden dus ook niet lukraak worden uitgekozen, maar moesten echte varkensstallen zijn.  

Het beeld van de stoet aan wegtrekkende auto’s die ze destijds kon zien vanaf het erf bezorgt Marian nu nog een beklemmend gevoel dat zich uit in kippenvel. ‘Ik had het gevoel dat de mensen in die auto’s alles al hadden geregeld en wegreden naar de veiligheid. Dit terwijl wij hier achterbleven, nog druk bezig met alle dieren. Dat beeld was erg heftig en staat mij nog goed bij tot op de dag van vandaag. Maar het was op dat moment de knop omzetten en overleven’. 

De evacuatie, uittocht over de Prins Willem Alexanderbrug, 1995 / Foto: Jan Rikken 

 Grenzeloze hulp  

Het beklemmende gevoel gaat nu gelukkig ook gepaard met dankbaarheid. ‘We hebben veel hulp gehad bij het verhuizen van de dieren’, vertelt ze waarderend. ‘Het deed me enorm goed dat er zo veel mensen waren die wilden helpen zonder dat ze wisten of ze er iets voor terug zouden krijgen. Wij hadden zo’n grote verhuizing nooit voor elkaar kunnen krijgen zonder die steun’.  

Veel hulp kwam uit de professionele hoek. Deze ging verder dan de Nederlandse grens. ‘Er was een Duitse handelaar die veel biggen had overgekocht en een andere varkensboer die aanbood de varkens naar zijn lege stal in Duitsland te vervoeren.’ Hulp van mensen uit de varkenswereld was het handigst vertelt ze. ‘Zij waren bekwaam in het omgaan met varkens, want die dieren moet je rustig kunnen begeleiden. Ook Nederlandse varkensboeren boden lege stalruimtes aan of hielpen bij het leeghalen van de stallen en met het inladen van de dieren. Met Jan, diens broers en Marians broer hebben zij die dag en nacht aan één stuk door gewerkt. De mannen waren uitgeput. Zo herinnert Marian zich: ‘Er lag in de keuken een vloerbedekking en Siem’, Marians helpende broer, ‘pakte een kussen en viel op de keukenvloer meteen in slaap’. 

De hulp kwam niet alleen uit de professionele hoek: ‘Er belde een oud-collega uit Malden of ze nog kon helpen. Daarnaast was er ook een lieve mevrouw uit Duitsland waar Jan wat biggen naartoe had gebracht. Toen we na een week weer terug naar huis mochten bood ze aan dat we met de kinderen enkele dagen mochten bijkomen in haar Bed & Breakfast, maar dit hebben we toen niet gedaan. We waren volledig ontredderd en het enige wat we op dat moment wilden was weer terug naar huis. Maar ook al maakten we er geen gebruik van, haar aanbod deed mij op dat moment ontzettend goed.’   

Glimlach 

De Maas en Waalse dijken konden een overstroming op het nippertje voorkomen, maar de mentale impact van de evacuatie en de dreiging van een natuurramp bij Marian bleek groot. ‘Het jaar na de evacuatie stond het water opnieuw erg hoog. In één van die dagen moest ik over een half ondergelopen weg naar een restaurant aan de Waal rijden. Ik heb daar geen moment rustig gezeten en van mijn eten kunnen genieten. Het beangstigende gevoel kwam weer helemaal terug’. Zo terugdenkend lijkt Marian zich pas echt de indrukwekkendheid van die week van 31 januari te realiseren: ‘Een week klinkt kort, maar wat er in die dagen is gebeurd en het machteloze gevoel van de onzekerheid of je alles gaat kwijtraken is onvoorstelbaar’. Haar verhaal heeft ze gelukkig wel met een glimlach kunnen vertellen, terugdenkend aan de fijne gebaren van hulp. ‘Dat soort acties hebben het menselijk gemaakt’. 

Door: Xia van Beuningen, student Geschiedenis & Actualiteit aan de Radboud Universiteit Nijmegen.