Artikel

Een ruïne in de stad

Wat een storm in 1674 kan betekenen voor een stad in 2022

Gezicht op de Domkerk en het Domkerkhof te Utrecht, circa 1600 / Collectie Het Utrechts Archief

Het was 1 augustus 1674. Een mooie zomerdag veranderde in een verschrikkelijke avond toen een zeer zware storm over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden trok. Hevig onweer, enorme hagelstenen, lokale tornado’s en valwinden lieten een spoor van vernieling achter in het land. Een van de slachtoffers van het noodweer was de Domkerk in de stad Utrecht; een tornado verwoestte het middenschip volledig en scheidde de toren van de rest van de kerk. Wat overbleef waren de Domtoren, een deel van de kerk en een ruïne in de stad op wat tegenwoordig het Domplein is. Waarom stortte het middenschip van de Dom in maar bleven de rest van de kerk en toren overeind staan?

Verschillende instanties, waaronder het KNMI, hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden maar vonden geen eenduidig antwoord. Dat de weersomstandigheden uitzonderlijk waren is een feit en zeker van belang voor hoe de ramp heeft kunnen gebeuren. Toch waren er volgens Leo Wevers, restauratiearchitect en voorzitter van de Stichting Voorbereiding Herbouw Schip Domkerk, meer factoren die een rol speelden. Om te beginnen was de stad Utrecht verarmd en kon het onderhoud van de Domkerk niet worden betaald. Verder zorgde de Reformatie ervoor dat de protestanten de nieuwe gebruikers van de kerk werden. Zij waren alleen een te kleine groep in het nog grotendeels katholieke Utrecht en hadden daardoor ook geen geld voor het onderhoud van de Domkerk. 

Het achterstallige onderhoud was niet de enige reden voor het instorten van het middenschip. De manier waarop het schip was gebouwd speelde ook een rol. Er zaten namelijk verschillen in de bouw van het koor en het schip. Het koor werd gebouwd in de late middeleeuwen, de glorietijd van Utrecht. De bouw van het schip startte daarentegen pas aan het einde van de vijftiende eeuw toen de stad langzaam in verval raakte. Hierdoor had de stad geen geld om het schip af te bouwen en werd het een haastklus. Het gevolg hiervan was dat er geen zijkapellen waren gebouwd. Geen zijkapellen betekende geen steunberen. Hierdoor werd er geen stenen gewelf op het schip geplaatst maar een van hout. Het resultaat hiervan was dat het schip het zwakste deel van de kerk was. Het was daardoor minder goed bestand tegen de wind dan de toren die wel volledig van steen was.   

Gezicht op de ruine van het schip van de Domkerk te Utrecht. Tekening van Jan van Lokhorst uit ca. 1850 naar tekening van Abraham Rademaker uit ca. 1725 naar de situatie van 1674 / Collectie Het Utrechts Archief

Het schip was als het ware kansloos door de combinatie van de uitzonderlijke weersomstandigheden, het gebrek aan onderhoud en het zwak gebouwde middenschip. Toen het schip eenmaal was ingestort lagen de brokstukken nog ruim een eeuw op wat tegenwoordig het Domplein is. Er was simpelweg geen geld om het puin op te ruimen en de schade te herstellen. Uiteindelijk zijn de brokstukken verkocht omdat bouwmateriaal veel geld waard was in die tijd. 

De Domtoren en de rest van de kerk staan nog altijd trots overeind maar het middenschip is nooit herbouwd. Vooralsnog zijn er geen concrete plannen voor het herbouwen. Wel wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden, onder andere door Leo Wevers. Als het schip herbouwd wordt, dan moet dat op een historische manier vindt hij. Het schip op een historische manier herbouwen betekent dat er een historische werkplaats komt met historische werktuigen. Wat dit oplevert is kennis over de bouwtechnieken uit de tijd van de bouw van het originele schip. Daarnaast is het een toeristische trekpleister omdat mensen zullen blijven terugkomen om te zien hoe ver de bouw is gevorderd. Als inspiratiebronnen worden de Sagrada Familia in Spanje en het kasteel Guédelon in Frankrijk genoemd.  

De vele reacties op het plan zorgde er uiteindelijk voor dat Wevers het onderzoek voortzette. Inwoners van de provincie Utrecht reageerden razend enthousiast op het plan om het middenschip te herbouwen, de inwoners van de stad Utrecht wat minder. De reden hiervoor is dat de bewoners van de stad bang zijn het Domplein kwijt te raken. Opvallend is dat het bestuur van de Domkerk zelf ook niet veel voelt voor het plan. Volgens Wevers weten zij eigenlijk niet zo goed wat ze met zo een grote kerk moeten.  

Inmiddels is het onderzoek ter voorbereiding van het herbouwen van het middenschip bijna afgerond en is er een maquette gebouwd van hoe de Domkerk er met herbouwd schip uit komt te zien. Of het middenschip van de Dom ooit daadwerkelijk herbouwd wordt, zal de tijd moeten leren maar de kans is klein. Desondanks zal het idee om het schip te herbouwen zo nu en dan geopperd worden. Mocht de Domkerk ooit in volle glorie hersteld zijn, dan is het te hopen dat er niet nog zo een storm als in 1674 over de stad Utrecht trekt.  

Door: Maaike van der Linden, masterstudent Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.