Artikel

De strijd om de Piersonstraat

Woningnood in de jaren tachtig

Het is vroeg, koud en druk. Op de ochtend van 23 februari 1981 zitten honderden geweldloze demonstranten in een zitblokkade voor de Nijmeegse Piersonbuurt. De sfeer lijkt gespannen, maar de meesten zijn vastberaden om te blijven zitten tot ze worden weggesleept. Enkele uren later zetten de Mobiele Eenheden traangas in en de demonstranten worden gedwongen te vluchten. Onder hen is de jonge geschiedenisstudent Martin Bosch (1957): ‘Ik heb nog een marechaussee op de laarzen gespuugd.’

Woningnood is geen modern probleem. Begin jaren tachtig leiden de groeiende leegstand en het tekort aan huurwoningen tot een gigantisch hoogtepunt in de wooncrisis. Voor veel jongeren is het een uitzichtloze situatie. Ook in de studentenstad Nijmegen blijkt de woningnood een aanhoudend probleem: na de oorlog is de binnenstad flink verkrot, staan tientallen panden leeg en kunnen veel Nijmegenaren geen onderkomen vinden. Het aanpakken van de woningnood zou prioriteit moeten hebben, maar de gemeente heeft andere plannen: de Piersonstraat, een bekende volksbuurt in de binnenstad, moet wijken voor een bovengrondse parkeergarage. ‘Het verhaal van een parkeergarage’, schrijft de Gelderlander op 24 december 1980, ‘die niemand wil, maar er desondanks gaat komen.’ In februari protesteren honderden krakers en sympathisanten tegen de sloop van de veertien panden. Het belangenconflict, hetgeen later is omgedoopt tot de ‘Piersonrellen’ of de ‘Zeigelhof-affaire’, mondt nog geen twee maanden later uit in een ongekend gewelddadige confrontatie tussen de Nijmeegse krakersscene en de marechaussee.  

Leus op een pand in de Piersonstraat, februari 1981 / Dossier Zeigelhof

Het heft in eigen handen  

Martin Bosch, in 1981 een geschiedenisstudent en onderdeel van de linkse muziekgroep de ‘Nijmeegse Stadsguerilla’, raakt al vrij snel betrokken bij het conflict als muzikant. Ook al vindt hij in zijn studententijd vrijwel altijd huisvesting, hij merkt toch dat er een enorm woningtekort is. ‘Om je heen zag je dat het andere mensen niet altijd lukt om woonruimte te vinden. Dat waren niet alleen studenten, maar ook gezinnen. Er heerste natuurlijk sterk het idee: daar moet iets aan gedaan worden’ legt Bosch uit. De gemeente leek andere zaken aan het hoofd te hebben. ‘Dat kenmerkt ook wel die tijd: we hoefden nergens iets van te verwachten. Als we iets wilden, moesten we het zelf regelen.’ Ook de bewoners van de Piersonstraat lijken deze mentaliteit te bezitten: eind jaren zeventig tekenen zij een bezwaarschrift aan tegen de sloop dat achtereenvolgens wordt afgewezen door de raad, provincie en de Raad van State. Niets helpt. Begin 1980 komen de bewoners van de Piersonstraat in actie en nemen contact op met de Nijmeegse krakersscene. Met succes: op 27 september 1980 worden de huizen in de Piersonstraat gekraakt. 

 

Traangas 

De Piersonstraat — door de krakers reeds omgedoopt tot ‘Vrijstaat de Eenhoorn’ — wordt in de aanloop naar de ontruiming, ruim een half jaar na de kraak, omringd door drie enorme barricades. ‘Ik vond dat er een duidelijk statement gemaakt moest worden. Je gaat hier woningen afbreken terwijl er woningnood is. Dat doe je gewoon niet! Je breekt geen huizen af voor een parkeergarage als er woningnood is’ zegt Martin. De barricades worden vanaf de Bloemerstraat, de straat parallel aan de Piersonstraat, bewaakt door grote zitblokkades van geweldloze sympathisanten. Martin zit op de ochtend van 23 februari samen met een huisgenoot op de grond tussen talloze andere demonstranten. ‘Door er lijfelijk voor te gaan liggen gaven we een bepaald signaal af: dit doe je gewoon niet. Toch had ik zelf niet de illusie dat we de politie konden tegenhouden. Ik verwachtte dat we weggesleept zouden worden. Op een gegeven moment hoorden we een geluid, het was een soort knal. Toen kwamen de rookwolken. Het was traangas. Dat bijt in je ogen en het grijpt naar je keel. Dan ben je snel weg. Mensen probeerden zich nog met doeken te beschermen, maar daar is gewoon niets tegen te beginnen. Binnen een paar minuten was iedereen weg.’ Diezelfde dag worden de veertien panden in de Piersonstraat gesloopt.  

 

Martin Bosch (1957) tijdens een optreden van de Nijmeegse Stadsguerrilla in 1983 

 

Belangenconflict en woningnood 

De inzet van ongekend geweld draagt ongetwijfeld bij aan de woede van de Nijmegenaren - naast het gebruik van Leopardtanks, helikopters en traangas nemen er in totaal tweeduizend agenten en speciale eenheden aan de operatie deel. Na de sloop zijn er dagenlang grootschalige protesten in de binnenstad. Martin heeft echter de bewuste keuze gemaakt om zich van het gehele conflict te distantiëren: ‘Duizenden mensen protesteerden tegen het optreden van de gemeente. Ik heb daar niet aan deelgenomen, voor mij was de maat vol. Ik had het helemaal gehad. Ik was zo teleurgesteld in het gewelddadige optreden van de krakers en de gemeente. De krakers wapenden zich ook met knuppels en helmen, zij wilden terugvechten. Daar was ik het niet mee eens. Er waren ook molotovcocktails, maar dat wist ik op dat moment niet. Ik dacht ‘is dit nu democratie? Is dit hoe we met elkaar tot oplossingen moeten komen? Wil ik daar op deze manier onderdeel van uitmaken?’  

Ook plaatst Martin direct vraagtekens bij de rigide benaming van het conflict: ‘wanneer de gebeurtenis een ‘rel’ genoemd wordt, is het natuurlijk vanwege de mensen die een stap verder zijn gegaan en met stenen zijn gaan gooien. Dat is dan de rel en het plaatje dat je op televisie ziet en de term die er vervolgens op geplakt wordt. Maar in de kern is het een conflict tussen de gemeente, krakers en demonstranten. Dat het veel breder was dan alleen maar stenen gooien, dat wordt door het woord ‘rellen’ ondergesneeuwd.’ vertelt Martin met zekerheid. ‘In zekere zin was de ramp niet het Piersonconflict zelf, maar de aanhoudende woningnood. En dat speelt natuurlijk nu ook: mensen moeten jaren wachten voor ze een woning krijgen. Daarom juich ik het toe dat mensen laten horen wat ze vinden. Dat is erg belangrijk voor een democratie. Ik heb dat zelf gedaan en het is mooi om te zien dat mensen dat nog steeds doen.’ En de parkeergarage waarvoor de woningen aan de Piersonstraat moesten wijken? Die is er nooit gekomen.  

Door Emma Ruiter, masterstudent Geschiedenis en Actualiteit aan de Radboud Universiteit en geïnteresseerd in feminisme, activisme en journalistiek.