Artikel

Waarom krijg je moeilijker een vast contract dan vroeger?

Door: NPO Kennis

Een vast contract krijgen bij je eerste baan was in de jaren 60 en 70 de normaalste zaak van de wereld. Je verdient al op jonge leeftijd geld, bent zeker van een baan voor onbepaalde tijd, kunt een eigen woning vinden en begint aan je leven als volwassene. Tegenwoordig is dit niet zo vanzelfsprekend. Werkgevers geven minder snel een vast contract en ergens tijdelijk werken is het nieuwe normaal.

Deltawerken in het Haringvliet. Arbeiders bezig op brugkraan (1961)

De jaren 60 en 70 klinkt als de ideale tijd om als starter de arbeidsmarkt binnen te treden. Veel werknemers blijven de rest van hun carrière op dezelfde plek werken en soms zijn er mogelijkheden tot doorgroeien in het bedrijf. Naast een vast contract krijgen sommige werknemers ook extraatjes zoals een auto van de zaak of een studiebeurs voor de kinderen. De toekomst ziet er voor de meeste werknemers rooskleurig uit.

In de jaren 80 komt hier verandering in. Door de wereldwijde economische crisis verliezen honderdduizenden werknemers hun baan in ruim drie maanden tijd. Een vast contract is niet meer zo vanzelfsprekend als jaren geleden en veel mensen moeten op zoek naar tijdelijk (zwart) werk. Ook voor jongeren is het een moeilijke tijd. Zij vinden na het afronden van hun studie geen baan meer en zijn niet zeker hoe hun toekomst eruit ziet. Ze worden ook wel de ‘verloren generatie’ genoemd. 

Als de economie weer aantrekt in de jaren 90, zie je de opkomst van het tijdelijk contract. Werkgevers willen niet meer zo snel aan een werknemer vastzitten voor een lange periode. Daarom huren zij liever tijdelijke arbeidskrachten in. Dit doen zij via het uitzendbureau of via zelfstandigen; de zogeheten zzp’ers. 

Ondanks aanpassingen in de wet blijft het tegenwoordig lastig om aan een vast contract te komen. Tijdelijke contracten aanbieden is makkelijker voor werkgevers. NPO Kennis legt in deze story uit waarom dat zo is.