Artikel

Not because it’s easy, but because it’s hard

Anouk Fienieg

Staat jouw stamboom diep in de Nederlandse bodem geworteld? Dan is al het erfgoed in ons land ook een beetje van jou. Maar wat als je voorvaderen voornamelijk buiten onze huidige grenzen zijn geboren of getogen? Hoor je dan niet bij de Nederlandse geschiedenis en ben je dan geen mede-eigenaar van het Nederlandse erfgoed? Hoor je niet bij Nederland, of hoor je niet meer bij het land van je voorouders? De erfenis van het verleden is persoonlijk. Of is het juist van iedereen, zoals bijvoorbeeld de Werelderfgoedconventie van Unesco ons wil laten geloven?

Het waren dit soort overpeinzingen die mij meteen te binnen schoten toen ik kennis maakte met het gedeeld cultureel erfgoed-programma. Toen ik vernam dat met deze vriendelijke term eigenlijk de erfenis van ons kolonialisme werd bedoeld, stond ik behoorlijk met mijn oren te klapperen. Was het de bedoeling dat wij, Nederland, na al die jaren van koloniale overheersing ons nu ook nog gaan bemoeien met het beheren van de overzeese nalatenschap? Die mensen zijn nog maar net van ons af en dan willen wij alweer vertellen wat ze moeten doen. Want wie kent ons Nederlanders niet? Graag bereid om zonder enige vorm van beleefdheid een ander te overtuigen van onze eigen alwetendheid. Waarom zou iemand daar überhaupt op zitten te wachten? Je merkt, het gedeeld erfgoedprogramma en ik hadden geen goede start.

Tien jaar later ben ik een groot pleitbezorger van dit programma. “We do these things not because they are easy, but because they are hard,” om met John F. Kennedy’s beroemde maanlandingswoorden te spreken. Er is geen ontkennen aan: wij Nederlanders hebben een flinke geschiedenis buiten ons eigen landje. We bevoeren de wereldzeeën, bouwden handelsposten, eigenden ons het bestuur over talloze gebieden toe en brachten daarmee de wereld binnen onze eigen landsgrenzen. In de loop der tijd werden onze grenzen kleiner, maar ons koloniale verleden bleef. Wie we nu zijn en wie we toen waren is onlosmakelijk met elkaar verbonden. En die geschiedenis is niet van ons alleen. Het is ook de geschiedenis van Indonesië, van Suriname en van al die andere landen waar we onszelf uitnodigden.

Nederlandse sporen zijn nog overal terug te vinden; in steden, in vestingen, in taal, in archieven. En andersom is het koloniaal verleden ook alom vertegenwoordigd in het Nederlandse straatbeeld. Voor wie het wil zien. Velen van ons hebben Nederlands-Indisch of Surinaams bloed door hun aderen stromen. En hoe zou Nederland eruit hebben gezien als het geld niet was binnengestroomd uit de overzeese gebieden? De binnenstad van Amsterdam met zijn prachtige grachtenpanden, het overdadige stadhuis van Enkhuizen, het centrum van Middelburg? Allemaal gebouwd met geld uit den verre.

Alleen al het vergroten van het besef van Nederlands koloniale verleden, met al zijn consequenties voor een aanzienlijk deel van de wereldbevolking, is reden om me in te zetten voor dit programma. Maar samenwerken aan deze erfenis, vind ik nog mooier. Samenwerken aan erfgoed dat wij achterlieten in onze koloniën dwingt ons tot andere perspectieven. Met elkaar praten en werken zonder het verleden te ontkennen en zoeken naar wat ons verbindt en verdeelt, is niet makkelijk. Maar het is wel een manier om elkaar te leren begrijpen. Het erfgoed overzee is een prachtig excuus om elkaar te vinden, generatie na generatie.

Anouk Fienieg is historicus en hoofd erfgoed van DutchCulture.