Artikel

Voedsel in Oost- en West-Duitsland: alledaagse hap of politiek wapen?

Door: Anne van Mourik

Bier, chocola, koffie, bananen, worst en augurken; dit lijkt op een suf boodschappenlijstje voor de alledaagse hap. Maar in het ideologische conflict van de Koude Oorlog waren deze voedselwaren politieke wapens.

Het Duitse bier zou bijvoorbeeld, volgens de Oost-Duitse regering, beter bij het socialistische leven passen dan bij het West-Duitse kapitalistische. Waarom? Omdat bier de ware Volksgetränk zou zijn. Ondertussen draaiden de Oost-Duitse persmachines volle toeren om de bevolking te “informeren” over de slechte West-Duitse biercultuur, die zich zou kenmerken door typisch kapitalistische uitbuiting van arbeiders en overmatige consumptie.

Voedsel was een cruciaal politiek wapen in het culturele en ideologische conflict van de Koude Oorlog. De opdeling van Duitsland in een socialistisch Oost en een kapitalistisch West, betekende het begin van een lange zoektocht naar een Oost- en een West-Duitse identiteit. Met de opdeling vormden zich twee verschillende, maar met elkaar verweven voedseleconomieën en culturen. Het is niet zo vreemd dus, dat het identiteitsvraagstuk aan voedsel werd gelinkt.

Maar als we de Duitse relatie met voedsel, oorlog en identiteit beter willen begrijpen, moeten we verder terug in de geschiedenis.

Herinneringen aan de honger in de Eerste Wereldoorlog waren van grote invloed op de voedselpolitiek van nazi-Duitsland. De enorme voedseltekorten in de Grote Oorlog - mede veroorzaakt door een Britse voedselblokkade - stonden de Duitsers nog vers in het geheugen gegrift. Niet zo gek, want tienduizenden Duitse burgers stierven toen aan ziekten die direct of indirect aan voedseltekorten konden worden toegeschreven.

Hitler en zijn nazi-consorten trokken hieruit de conclusie: geen Duitser mocht meer hongerlijden. Hoe deden ze dat? Door totale economische onafhankelijkheid na te streven van het buitenland.

 

De verovering van nieuwe Lebensraum zou noodzakelijk zijn om de Duitse magen te vullen

 

Zelfvoorzienendheid dus. En het was nu juist precies dit streven, dat Hitler heel handig gebruikte om de Duitse expansie naar het oosten te legitimeren. De verovering van nieuwe Lebensraum zou noodzakelijk zijn om de Duitse magen te vullen.

Nazikopstuk Hermann Göring hamerde er in 1942 op dat als er mensen honger moesten lijden, het niet de Duitsers maar andere volken zouden zijn. De Duitse voedselpolitiek was in deze periode compleet gebaseerd op ras en identiteit.

Hoe hoger je op de rassen-ladder stond, hoe meer te eten je kreeg. Was je Arisch? Dan ging je waarschijnlijk naar bed met een volle buik. Joodse en Roma levens werden daarentegen als minderwaardig gezien. De nazi’s hongerden deze “overbodige monden” bewust uit. Anderen kregen net genoeg te eten om voor het nazirijk gedwongen te werken.

Hoe radicaal het gebruik van honger en voedsel als oorlogswapens ook was, het doel om Duitsers hongervrij te houden, werd niet gehaald. Er was steeds minder voedsel om de Duitse monden te voeden. In de laatste weken van de oorlog en in het door de geallieerden bezette Duitsland, kampten de meeste burgers met ernstige honger. De hongersnood had niet alleen een ingrijpend effect op de Duitse volksgezondheid, maar kon ook – zoals zich laat raden  – ingezet worden als politiek middel.

Honger werd dit keer gebruikt om Duits slachtofferschap te claimen. Ondanks meningsverschillen tussen Duitse burgers, deelden ze het idee dat de honger niet het gevolg was van de nazi-oorlogspolitiek, maar van de geallieerde bezetting van het opgedeelde Duitsland.

Dit collectieve slachtofferschap van het Duitse volk, kwam natuurlijk goed van pas om zich te onderscheiden van de nazipolitiek. Want wie wil er nou als dader van een oorlog en genocide gezien worden, als je ook voor slachtoffer van de Koude Oorlog kan doorgaan? Iedere Duitse burger wist het zeker: in de andere zone kreeg je meer te eten.

Was dit waar? Nee. Hoewel de rantsoenen in de verschillende zones qua vorm verschilden, was de totale voedselhoeveelheid die mensen kregen vrijwel gelijk. Maar na de tweedeling van het land, in een socialistisch en een kapitalistisch systeem, veranderde dit. Voor de meest alledaagse artikelen stonden de Ossis uren in de rij, vaak tevergeefs.​

 

De banaan bleek het ideale wapen om Oost-Duitsers mee belachelijk te maken

 

Voedselschaarste in Oost-Duitsland herinnerde veel Wessis aan de pijnlijke naoorlogse hongerervaringen. De associaties met het historische, en misschien ook wel persoonlijk ervaren leed waren snel gemaakt. De ontberingen aan de oostzijde van de muur werden niet zelden ingezet om de eigen superioriteit te tonen. Hoe?

Bijvoorbeeld door bananen in te zetten. De exotische gele vrucht bleek het ideale wapen om Oost-Duitsers mee belachelijk te maken, gezien de overvloed aan bananen in het Westen en de schaarste in het Oosten.

Zonen-Gaby (17) im Glück (BRD): “Meine erste Banane”.’ Cover afbeelding, Titanic 11 (November 1989).

Tijdens dezelfde maand als de val van de Muur, publiceerde het satirische West-Duitse tijdschrift Titanic een speciaal nummer over dit historische moment. Op de cover zien we een lachende Zonen-Gaby – Gaby uit de oostelijke zone. Met haar slechtzittende spijkerjas en ouderwetse kapsel was ze afgebeeld volgens de hardnekkige westerse stereotypering van de Ossi. In haar hand houdt ze een enorme geschilde komkommer, alsof het een banaan is. Daarboven staat Gaby’s trotse verklaring: ‘mijn eerste banaan’. De boodschap: het welvarende West-Duitsland is superieur aan het armoedige en achterlopende Oost-Duitsland.

De val van de Muur betekende dus allerminst het einde van voedsel als politiek wapen in de culturele en ideologische strijd van de Koude Oorlog. Voedsel heeft in deze context niet louter de betekenis van “een alledaagse hap”; het is een middel om de politiek, het denken, en de herinneringscultuur van de ander te beïnvloeden.

Anne van Mourik is als promovendus verbonden aan het NIOD en het project Heritages of Hunger: Societal Reflections on Past European Famines in Education, Commemoration and Musealisation​. Haar onderzoeksproject heet Heritages of Hunger: Conflicting legacies of Hunger in Germany en gaat over herdenkingspraktijken rondom de hongeromstandigheden in Duitsland tijdens en na de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ze analyseert de betekenis van de honger in onderwijsinstellingen en de erfgoedsector, door de tijd heen.

Foto hoofdafbeelding: Op 31 maart 1947 staakten duizenden arbeiders om in Krefeld de benarde voedselsituatie aan te kaarten. Foto: ADN-ZB- Röhnert/ Wikimedia Commons