Artikel

De Kunstmeisjes over kunstmeisjes in musea

Column door De Kunstmeisjes

De New York Times schreef onlangs dat onderzoekers schatten dat de verhalen van vrouwen slechts 0,5 procent van de geregistreerde geschiedenis uitmaken. Als het gaat om openbare monumenten zijn vrouwen grotendeels onzichtbaar - afwezig in standbeelden en straatnamen. Tijdens onze studie Kunstgeschiedenis was het niet veel anders: de negende editie van het handboek Basic History of Western Art van H.W. Janson bevatte van de 318 besproken kunstenaars slechts 27 vrouwen. En in de jaren 80 stonden er überhaupt geen vrouwen in.

Dat moet de Guerilla Girls in die tijd ook opgevallen zijn. In 1989 verspreidde deze Amerikaanse actiegroep een poster waarop stond: ‘Moeten vrouwen naakt zijn om in het Met. Museum getoond te worden?’ Het was een directe kritiek op het Metropolitan Museum of Art in New York, maar gaat helaas nog altijd op voor het gros van de musea. Vrouwen zijn alom vertegenwoordigd in de vele galerijen van ’s werelds grootste musea, maar vooral in verschillende stadia van ontkleding: van een subtiele nipple gate tot full frontal nudity.

Kunstwerken niet van vrouwen, maar door vrouwen zijn echter een stuk moeilijker te vinden. In de acht grootste musea van Nederland bestaan de vaste collectie-opstellingen gemiddeld nog altijd voor slechts 13,4 procent uit werk gemaakt door vrouwen. Toen wij ons boek gingen schrijven, met essays over onze vijftig favoriete kunstwerken uit Nederlandse musea, was het dan ook flink zoeken naar werk van vrouwelijke kunstenaars in de collecties. Hierbij een voorproefje van wat we uit de zee aan mannelijke makers gefilterd hebben (die overigens ook breeduit belicht worden in ons boek).

Sons of Cush, 2016 © Deana Lawson. Courtesy of the artist and Sikkema Jenkins & Co., New York

Deana Lawson

Niet alleen het werk van vrouwelijke kunstenaars, maar ook werk gemaakt door mensen van kleur ontbreekt veelal in de eregalerijen. Ook in de werken zelf zijn mensen van kleur zwaar ondervertegenwoordigd: als ze al te zien zijn, is het vaak als slaaf of bediende van de witte adel. Het betekent daarom des te meer om in het werk van de fotograaf Deana Lawson de lens op Afrikaans-Amerikaanse mannen en vrouwen gericht te zien, trots naakt poserend in hun working class woonkamers. Voor hen zit macht niet in hun rijkdom, maar in de black beauty die hun eigen is. Huis Marseille bezit twee van haar levensgrote prints, Eternity (2017) en Nicole (2016) en organiseerde afgelopen zomer Lawsons eerste grote solotentoonstelling in Europa.

Berlinde de Bruyckere

In Museum De Pont kun je zomaar de amorfe lichamen van Berlinde de Bruyckere tegen het lijf lopen. Een prettige ontmoeting is het niet: haar figuren zien er doods uit. De Bruyckere bouwt haar sculpturen op uit was, en daarbij is ze geen Madame Tussauds, maar blijkt eerder dat ze de dochter van een slager is. De gewenning aan dood vlees komt terug in haar werk, dat vaak figuren laat zien die niet langer mens of dier zijn, maar ergens tussen het levende en het vergane zweven. Een beetje eng, maar eigenlijk des te menselijker dan de gepolijste photoshopbeelden die we dagelijks voorgeschoteld krijgen. Talking about alien.

Berlinde de Bruyckele, J.L., 2005-06.

Maaike Schoorel

Waar de werken van Lawson en De Bruyckere ieder op hun eigen manier behoorlijk in your face zijn, is er in het werk van Maaike Schoorel zo goed als niets te zien. Van een afstandje lijken haar schilderijen abstracte, monochrome werken. Zo ook haar tweeluik Droomvlucht en engel uit 2017, in de collectie van Kunstmuseum Den Haag. Als we een beetje nonchalant en onoplettend langs het kunstwerk wandelen, ogen de doeken bijna helemaal romig wit. Wie langer kijkt, ziet echter veel meer. Schoorel heeft zich ingelezen in de mechanismen van onze ogen en hun connectie met ons brein; onze hersenen ‘herkennen’ een beeld al in dertien milliseconden. Schoorels werk daagt dit kijkproces uit: ze dwingt ons te vertragen.

Het is inmiddels een bekend feitje: wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat we tijdens een museumbezoek niet eens een halve minuut aan een kunstwerk besteden, maximaal. Gemiddeld twintig seconden, waarvan de helft op gaat aan het lezen van het begeleidende tekstbordje. In Schoorels kunst kun je pas na die twintig seconden überhaupt iets onderscheiden. In haar werk is het zoeken naar de voorstelling, zoals we in musea moeten zoeken naar vrouwen. Laten we vooral stug blijven kijken, totdat we ze zien. Misschien komen er dan steeds meer.

De Kunstmeisjes is opgericht door drie kunsthistorici: Mirjam Kooiman, Nathalie Maciesza en Renee Schuiten-Kniepstra. Op hun website kunstmeisjes.com schrijven zij recensies over tentoonstellingen, die ze ook delen op Instagram en Facebook (@kunstmeisjes). Hun boek ‘De Kunstmeisjes - Vijftig kunstwerken om langer dan twintig seconden naar te kijken’ is vers van de pers: het is op 22 augustus 2019 verschenen bij uitgeverij Meulenhoff.