Artikel

Feminisme in de jaren dertig

Rob Hartmans/Historisch Nieuwsblad

Terwijl mannen in de jaren dertig probeerden de vrouw terug achter het aanrecht te krijgen, eisten steeds meer vrouwen een rol op in het openbare leven. Ze gingen naar school, kregen een baan en verenigden zich in vrouwenclubs. En ze wilden vooral modern zijn.

Hilda Verwey-Jonker. Afbeelding: Nationaal Archief

Alle rechten voorbehouden

Op het omslag van het progressieve weekblad De Groene Amsterdammer van 11 december 1937 prijkte een tekening van L.J. Jordaan die een van de iconen is geworden van Nederland in de jaren dertig. De corpulente en katholieke minister van Sociale Zaken Carl Romme zweeft als een engel met een brandend zwaard boven een drom vrouwen. Die verhindert hij – in tegenstelling tot zijn collega uit Genesis 3:24 – niet het paradijs te betreden, hij jaagt ze juist naar binnen.

Alleen bestaat dit paradijs niet uit de Hof van Eden maar uit het huishouden, en staat er boven de poort: ‘Arbeidsverbod voor vrouwen’. Minister Romme had namelijk op 7 december van dat jaar bij de Hoge Raad van de Arbeid een ‘Voor-ontwerp van een wet, houdende beperkende bepalingen inzake arbeid van gehuwde vrouwen’ ingediend.

De prent is kenmerkend voor de crisisjaren, toen de werkloosheid onder mannen zo hoog was dat christelijke politici hun kans zagen om onder het mom van werkloosheidsbestrijding vrouwen dáár te krijgen waar ze volgens hen hoorden: achter het aanrecht. En de prent past ook in het overheersende beeld van de geschiedenis van de vrouwenemancipatie in Nederland.

Lees het hele verhaal op de website van Historisch Nieuwsblad.