Artikel

De voorlichter als grensbewaker

Alies Pegtel

De mens achter de politicus – hoofdredacteuren zijn er dol op. Steevast wordt mij voor een interview met een politicus op het hart gedrukt dat ik naast netelige kwesties ook het persoonlijke ter sprake moet brengen, dat we natuurlijk geen saai propagandaverhaal gaan afdrukken.

Daar zat ik dan in 2001, op bezoek in Den Haag bij de kersverse CDA-lijsttrekker Jan Peter Balkenende. Hij werd geflankeerd door een grijnzende Jack de Vries, die toen al in het bezit was van een piepklein mobieltje. Terwijl Balkenende een duizelingwekkend verhaal hield over zoiets als de partijkoers, zocht ik naar dat ene ogenblik om à la Ischa Meijer toe te slaan en de man genadeloos psychologisch te ontleden. Voor ik er erg in had, was het uur voorbij. Vriendelijk werd ik het Kamergebouw uitgeloodst. ‘We zien het artikel toch nog voor publicatie?’

Gebrek aan ervaring, aan kennis, aan menselijk inzicht, aan bravoure; in mijn beginjaren als journalist ontbrak het me eigenlijk aan alles om op niveau een gesprek te kunnen voeren. Ik ben inmiddels ouder en wijzer, maar dat ene memorabele interview waarin een politicus zich in al zijn naaktheid aan mij openbaarde, heeft nog nooit plaatsgevonden.

De kans dat dit alsnog gebeurt, lijkt inmiddels begrensd door het legioen aan woordvoerders, adviseurs en spindoctors die politici omringen. Zij bepalen de locatie (kantoor), duur (kort) en inhoud (zakelijk) van een interview. Ze willen de interviewvragen van tevoren inzien, na afloop de tekst corrigeren, en pennen driftig mee tijdens het gesprek. Komt er onverwachts toch iets ‘menselijks’ naar voren, zeg, een opmerking over een gekke liefhebberij, dan is dit verre van spontaan, al het menselijks is geregisseerd.

Na het schrijven van de biografieën van Haya van Someren-Downer en Neelie Kroes weet ik ook beter: een politicus kiest er zelf voor om zich als ‘mens van vlees en bloed’ te tonen. Niet toevallig was VVD-Kamerlid Haya van Someren een van de eerste die in de media over haar privéleven vertelde. Voor haar Kamerdebuut in 1959 was ze journaliste geweest bij de Telegraaf: anders dan de meeste politici zag ze het belang in van een soepele omgang met de pers.

Na haar bevalling in 1965 van zoontje Bart Jeroen poseerde Van Someren trots met baby op alle voorpagina’s. Ze was de allereerste parlementariër die een kind kreeg en het hele land leefde mee. Interviews vonden plaats bij haar thuis, haar peuter scharrelde soms door het beeld. Het uitdijende tv-publiek vond dit enig. Maar haar mediaoptredens dienden ook een hoger doel: Van Someren wist dat ze met haar onconventionele leven als werkende moeder afweek van de gemiddelde huisvrouw, en ze voelde het als een emancipatoire plicht om andere vrouwen een inkijkje in haar privéleven te geven.

De jongere Neelie Kroes keek haar voorbeeld af. Ze poseerde geregeld voor de Telegraaf en nodigde de pers ook bij haar thuis uit. Journalisten belden gewoon op zaterdagmiddag bij haar aan, ze dronken samen een glas wijn, geen voorlichter te bekennen. Niet alleen journalisten, ook politici profiteerden in het voorlichter-loze tijdperk van onbegrensde mogelijkheden. Hoewel ze geen partijdier was, maakten de media Kroes zo populair, dat de VVD haar in 1977 op haar 36ste als eerste vrouw het staatssecretariaat van het ‘mannelijke’ departement Verkeer en Waterstaat gunde. Had een voorlichter in haar weg gestaan dan had Neelie Kroes niet zo’n razende opmars kunnen maken en was dit wellicht nooit gebeurd.

 

Alies Pegtel (1969) is journalist en historicus. Ze werkt oa voor Opzij, Historisch Nieuwsblad en Maarten!. Ook schrijft ze biografieën. In 2014 verscheen ‘Neelie. Brave meisjes schrijven zelden geschiedenis', een jaar later ‘Haya van Someren-Downer. Liberaal activiste’.