Artikel

Een opstand in oneindig veel afkortingen

Column door Mark Bergsma

‘[J]ongeman, 35 j. zoekt vriend, gezelligheid.’ Deze contactadvertentie verscheen op 9 oktober 1965 in de contactadvertentierubriek, beter bekend als De Zettertjes, van het linkse opinieblad Vrij Nederland. Het was de allereerste contactadvertentie met een homoseksuele ondertoon die in het tijdschrift verscheen.

Ik had zo’n allereerste contactadvertentie met homoseksuele ondertoon eerlijk gezegd wel wat spannender verwacht. Voor mijn masterscriptie deed ik in 2013 onderzoek naar de geschiedenis van De Zettertjes vanaf het begin van de rubriek in 1964 tot aan circa 1973. Dit alles in context van de seksuele revolutie. Tien jaar maatschappelijke ontwikkeling in oneindig veel afkortingen. Maandenlang las ik dagelijks over hoe mensen naarstig op zoek waren naar iets; een atlas, een huurwoning, of gewoon iemand om mee te trouwen. Niets nieuws onder de zon, want naar elkaar zoeken via een advertentie deden mensen al decennialang, máár midden jaren zestig veranderde er iets. De contactadvertenties uit Vrij Nederland waren het begin van een opstand. 

Er dook namelijk ‘ineens’ een groep op die tot die tijd vooral een ondergronds bestaan had geleid. Ik kan ze kort samenvatten als LHBT’ers, maar ik gebruik zelf liever niet-heteroseksuelen, want LHBT’ers klinkt altijd alsof het om een cursus gaat. EHBO? LHBT? BHV? Wat?

Niet-heteroseksuelen dus. Via De Zettertjes klommen ze op de barricaden. Niet (per se) om de regering omver te werpen, maar om – eindelijk – in het openbaar op zoek te gaan naar liefde, seks en gezelligheid. Dit was revolutionair, én gewaagd!

Alleen in Vrij Nederland kon dat toen. Of nou ja, zelfs Vrij Nederland twijfelde in het begin nog even. De oproep van de niet-heteroseksueel verscheen namelijk eerst niet onder het kopje kennismaking, zoals de hetero-oproep, maar werd tussen de diversen geplaatst. Inderdaad: tussen de vouwwagens en een serie encyclopedieën. Maar na flink wikken en wegen kwam iedereen eind jaren zestig in dezelfde categorie terecht. De rubriek groeide uit tot een van de meest besproken onderwerpen van die tijd, en werd door menigeen met rooie oortjes gelezen.

Want van het keurige ‘zoekt vriend of vriendin met ruime opvattingen’ was vanaf eind jaren zestig allang geen sprake meer. Zo zochten twee ‘geile Nijmeegse knullen’ in 1977 naar ‘dito binken tot 25 jaar’ voor hun ‘te gekke seksfeest in april.’ Dat was nog eens andere taal. Niet in de schaduw leven, maar je eigen seksualiteit vieren met een feestje. De landelijke dagbladen erkenden later ook dat De Zettertjes een behoorlijke duit in het zakje van de seksuele revolutie hadden gedaan.

De Leeuwarder Courant schreef in 1973: ‘Van het weekblad Vrij Nederland draagt de inhoud van de pagina’s met contactadvertenties meer bij tot maatschappijverandering dan de inhoud van de overige pagina’s tezamen’.

Ik vond het fascinerend om deze maatschappijverandering via De Zettertjes te volgen. Aan de hand van de verschillende jaargangen zag ik de samenleving voor mijn ogen veranderen. De Vrij Nederland van 1964 was zo anders dan die van ‘69. Het protest droop er toen vanaf. Dat het zo waardevol is geweest voor de emancipatie van de Nederlandse niet-heteroseksueel was voor mij een volslagen verrassing. De rubriek deed denken aan een samenleving op microniveau die zich aan de norm aan het ontworstelen was. Elke advertentie klonk in mijn oren als een protestleus.

Dit onderzoek was sowieso een openbaring. Ik leerde voor het eerst over mijn eigen geschiedenis. Over mensen die net zo waren als ik. Ik had me voordat ik aan mijn scriptie begon al eens afgevraagd: ‘Wie zijn eigenlijk de helden van de homobeweging? Wie zijn mijn helden? Wie kan ik dankbaar zijn? Oscar Wilde? Het COC?’ Van Jacob Schorer had ik toen nog nooit gehoord. Van Premsela, Frieda Belinfante of De Zettertjes evenmin.

Ik leerde ook dat in opstand komen niet betekende dat je meteen met een kanon de stadsmuur van Haarlem hoefde op te blazen. Het kon ook subtieler. Toen mijn collega’s  en ik in 2014 Van Gisteren oprichtten, werd het een bedrijf met een activistisch randje.

Projecten in opdracht, maar ook op eigen initiatief. Zo kwamen wij vorig jaar in contact met IHLIA LGBT Heritage: het internationale archief  in Amsterdam dat kort gezegd de nalatenschap van al die niet-heteroseksuelen uit de geschiedenis bewaart. Een archief dat voortkomt uit één en al opstand en protest. Van Gisteren werkt mee aan een tentoonstelling voor hun veertig jarig bestaan dit jaar. We spraken in het vooroverleg over pioniers, historische figuren en over allerlei belangrijke gebeurtenissen en mijlpalen, maar ergens tussendoor riep ik: ‘Ja maar die contactadvertenties uit Vrij Nederland, De Zettertjes, die zijn zo belangrijk geweest!’

Daar moet iets mee gebeuren. Na eeuwenlang verstopt te zijn geweest hadden De Zettertjes Nederland immers laten zien dat niet-heteroseksuelen en hun verlangens echt bestonden. En dat allemaal voor ƒ 1,35 per regel inclusief btw, een schappelijke prijs voor de emancipatie en bevrijding van zowel het individu als het collectief.

Mark Bergsma (1990) is historicus en mede-eigenaar van Van Gisteren, een bureau voor publiekshistorische projecten. Van Gisteren organiseert onder andere debatavonden, ontwikkelt lesmateriaal en zet historisch onderzoek om in toegankelijke tentoonstellingen. Zijn specialisatie is moderne geschiedenis en dan met name op sociaal-cultureel gebied. Momenteel ontwikkelt hij samen met Van Gisteren de ‘F-site’, een educatieplatform over vrouwen in de geschiedenis.