Artikel

Grenzeloos kijken naar een begrensde wereld

Anne van Mourik

De ridders van het Rode Kruis kennen geen grenzen. Onpartijdig trekken zij de wijde wereld in om hun medemens in nood altijd en overal te helpen. Het is niet alleen een nobele, maar ook een moeilijke zaak. Want stel je voor, het is 1944 en je bent een vrijwilliger van het Nederlandse Rode Kruis (NRK). Je bevindt je midden in de Slag om Arnhem en ziet een Duitse soldaat gewond op straat liggen. Wat doe je?

Ben je loyaal aan de mensheid of loyaal aan je nationaliteit? Oorlog betekent kiezen. Kiezen tussen nationaliteit en universele humaniteit; tussen een begrensde en een grenzeloze wereld.

Na WOII stelde NRK-arts Brutel de la Rivière het neutraliteitsbeginsel ter discussie. Hij waarschuwde het NRK-bestuur dat onpartijdigheid tijdens een bezetting kon uitmonden in collaboratie doordat hulp aan de strijdmacht van de vijand deze zou versterken. Dit vraagstuk was geen nieuwigheid. Kritiek op noodhulp is zo oud als de hulp zelf. ’s Werelds bekendste hulpverleners, Henri Dunant en Florence Nightingale, waren het aan het einde van de negentiende eeuw al met elkaar oneens. ‘Tutti fratelli’, vond Dunant: wij zijn allen broeders en iedereen verdient hulp. Nightingale geloofde niet in onpartijdige hulpverlening. Dit zou oorlogen alleen maar verlengen.

Ook nu nog laait de discussie rondom het neutraliteitsbeginsel bij iedere brandhaard in de wereld op. Zoals in Syrië waar vrijwilligers van de Syrische Rode Halve Maan (SARC), de zustervereniging van het NRK, noodhulp geven. SARC helpt burgers, maar ook strijders van het regeringsleger van Assad en de verschillende rebellengroepen. Door de positie van SARC-voorzitter Attar – een van de rijkste zakenlieden van Syrië - maar ook door het overleg met de regering van Assad, beschuldigden critici de SARC meerdere keren van partijdigheid.

Wat is de oplossing voor dit dilemma? Hoewel de problemen duidelijk zijn, is er nog geen antwoord op gevonden. Problemen die ontstaan door grenzeloos naar onze begrensde wereld te kijken, zijn klaarblijkelijk niet met een simplistische formule op te lossen.

De neutraliteit van het Rode Kruis gaat hand in hand met de kritiek hierop. Toch is het goed dat er een organisatie bestaat die humanitaire hulp geeft aan iedereen, ongeacht politieke voorkeur, geloof en afkomst. Door de neutrale werkwijze bereikt het Rode Kruis slachtoffers die voor andere hulporganisaties afgesloten blijven. Wie met het zwaard van de onpartijdigheid vecht, zal altijd beschuldigd worden van partijdigheid.

Anne van Mourik werd met deze column derde van de Maand van de Geschiedenis en Metro Holland columnwedstrijd 'Grenzen'. Anne van Mourik (1987) is historicus. Ze werkt als onderzoeker bij de Universiteit Leiden, waar ze, samen met Wim Willems, een boek schrijft over de Haagse schilderes en verzetsvrouw Ru Paré. Eerder werkte ze mee aan het onderzoek naar de rol van het Nederlandse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het onderzoek van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies naar de rol van het Nederlandse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog wordt uitgevoerd door Regina Grüter. De hieruit voortkomende monografie zal in het najaar van 2017 verschijnen.