Artikel

Geluk is de afwezigheid van ongeluk

Door Lilianne Ploumen

Als minister van Ontwikkelingssamenwerking kwam Lilianne Ploumen de afgelopen vijf jaar in alle uithoeken van de wereld. Ze ontmoette veel mensen aan wie alle vormen van geluk voorbij zijn gegaan.

Ik ben geboren in 1962 in een goed bestuurd land. Die toevallige omstandigheden hebben in hoge mate mijn levensgeluk bepaald. 1962, dat was zeventien jaar na het einde van de laatste oorlog die dit land meemaakte. Dat is belangrijk: de voornaamste voorwaarde voor geluk is de afwezigheid van ongeluk. 1962 was ook het jaar dat de eerste succesvolle anticonceptiepil op de markt kwam. Die pil heeft het leven van vrouwen in dit deel van de wereld onherkenbaar veranderd. Eindelijk baas in eigen buik, dat heeft de vrouwenemancipatie met sprongen vooruitgeholpen.

Eerdere generaties vrouwen werden bekneld door religie en tradities

Sowieso was het een tijd van snelle emancipatie van mijn soort mensen: kleine ondernemers, de lagere middenklasse. Gedurende mijn jeugd nam de welvaart zienderogen toe – iedereen een auto en een ijskast. Die snelle groei had zijn keerzijde. Die ijskasten dreven, zodra ze kapot waren, in de jaren zeventig met enige regelmaat in de vijvers. Op veel plaatsen was het water zo vervuild dat de vissen misvormd raakten of gewoon verdwenen. Langs de Maas staat veel sociale woningbouw uit die tijd. Nu zijn dat A-locaties, toen ging je er alleen wonen als je geen keus had.

Wat we nu in China zien gebeuren – een explosie van obesitas bijvoorbeeld – is een herhaling van onze ervaringen in de jaren zeventig. Nederlanders konden opeens roken, eten en drinken wat ze wilden, en dat deden ze dan ook, met alle gezondheidsproblemen en verkeersongelukken van dien. Maar Nederland heeft een openbaar bestuur dat goed functioneert. Interessante statistieken illustreren dat. Die van verkeersongelukken bijvoorbeeld. Gedurende de jaren zestig en zeventig stijgt dat aantal spectaculair. En dan volgt een dramatische knik naar beneden in 1975. Toen gebeurden er twee dingen: er kwam een alcohollimiet voor bestuurders en inzittenden werden verplicht een autogordel te dragen. Over die ijskasten in die vijvers: mensen van onder de veertig kunnen zich er niets meer bij voorstellen en bij Rotterdam zwemt gewoon weer haring.

Technologische vooruitgang transformeerde economie en maatschappij, het openbaar bestuur leidde dat in goede banen en de seksuele revolutie veranderde en passant de maatschappelijke orde. De generaties vrouwen voor ons konden zich maar beperkt ontplooien, bekneld als ze werden door religie en tradities. Maar ik kon begin jaren tachtig in Rotterdam gaan studeren, als eerste in onze toch behoorlijk grote familie. Ik mocht mijn eigen studiekeuze bepalen, op mezelf wonen, in volledige vrijheid mijn eigen partner kiezen, ik kreeg kinderen en ik deed steeds interessanter werk.

De afgelopen vijf jaar waren natuurlijk een hoogtepunt; ik ben in alle uithoeken van de wereld geweest. En in al die uithoeken ben ik heel veel mensen tegengekomen aan wie al die vormen van geluk voorbij zijn gegaan. Die in plaats daarvan heel veel met ongeluk te maken hebben gehad: oorlog, natuurrampen, dictatuur of gewoon beroerd bestuur. En wat de vrouwen betreft: geen pil, geen emancipatie, geen werk, geen zelfontplooiing.

Ik heb gedaan voor die mensen wat ik kon, maar tegelijk is er iets wrangs dat altijd blijft knagen: ik heb bijna onbehoorlijk veel geluk gehad met waar en op welk moment ik ben geboren.

Lilianne Ploumen is minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Rutte II.