De milieubeweging hing spandoeken met de tekst "Stop zure regen" aan het kantoorgebouw van de FNV afdeling Amsterdam omdat deze voor een kolengestookte centrale is. 13 januari 1989, Foto door Rob. C Croes, Nationaal Archief/Anefo.
De overheid, de milieubeweging en de burgers gingen kordaat de strijd aan. En zelfs op Europees niveau namen politici maatregelen. Met succes. Van die zure regen hebben we allang geen last meer.
Inmiddels hebben we te maken met ander probleem: de klimaatverandering. Wereldleiders en milieudeskundigen komen om de haverklap bijeen op steeds een nieuwe klimaattop. Daar wordt gezamenlijk naar een oplossing gezocht voor het probleem van de opwarming van de aarde. Maar zo makkelijk als met de aanpak van zure regen gaat dat niet…
Das Waldsterben
"Wie in de regen loopt, solliciteert in feite naar een toupetje" en "als het zo door gaat, brandt de regen gaten in je kleren", waarschuwde de Noord-Hollandse provincieambtenaar Arend Vermeulen al in de jaren zeventig. Hij deed onderzoek naar het verband tussen zwaveldioxide en zure regen. Uit Scandinavië kwamen toen de eerste berichten over verzuurde meren met massa’s dode vissen.
De Duitse bodemkundige Bernhard Ulrich sloeg in 1980 groot alarm met das Waldsterben. Duizenden hectares bos in Europa dreigden te verdwijnen. Pas vanaf dat moment zag men de ernst van zure regen in. De Duitsers schrokken; hun Zwarte Woud, het nationale troetelkind, ging aan zure regen ten onder.
Zure regen werd onder meer veroorzaakt door de uitstoot van giftige zwaveldioxiden. Via fabrieksschoorstenen van de bruinkoolcentrales kwamen deze stoffen in de lucht terecht. En niet alleen via de bruinkoolcentrales. Ook raffinaderijen en het autoverkeer waren boosdoeners. In het Duitse tijdschrift Der Spiegel verschenen uitgebreide artikelen over Ulrich en zijn bevindingen. De boomsterfte was vooral zichtbaar in de “Zwarte Driehoek”, het grensgebied van Duitsland, Polen en Tsjechoslowakije. Die regio leek één groot bomenkerkhof.
Geen zure regen in Nederland
Dode bossen in Duitsland en dode vissen in Scandinavië, in Nederland zelf leek zure regen geen probleem. Maar de wind voerde de zure regen van land tot land. Zwavel circuleerde boven Europa en kwam als zure regen naar beneden. In 1983 beweerde Dr. Ir. Zoeteman, directie Lucht van het Ministerie van Milieubeheer: “De vervuilde lucht boven Nederland wordt slechts voor één derde door ons zelf veroorzaakt, de rest is afkomstig van de buurlanden. West -Duitsland, Engeland en België nemen ongeveer de helft voor hun rekening. Maar omgekeerd vliegt ruim 70% van de Nederlandse uitstoot weer naar het buitenland”. Hij maakte duidelijk dat Nederland dus bijdroeg aan de zure regen.
Jan Roelofs,bioloog, ontdekte dat in Nederland ook veel oppervlaktewater verzuurd was door zwavelzuur. Hij schreef een artikel in het blad “Natuur en Milieu”. Een journalist van de Volkskrant pikte dit nieuws op en plaatste een interview met Roelofs op de voorpagina van de zaterdagkrant. Een delegatie van het Ministerie van VROM bezocht Roelofs vrij snel na publicatie met 700.000 gulden in hun achterzak. Dat geld was bestemd voor verder onderzoek. Maatregelen waren noodzakelijk. Zure regen ontwikkelde zich tot een belangrijk politiek item.
Bekijk de uitzending en lees het volledige artikel op de website van Andere Tijden.