Luchtfoto van de aanleg van de Afsluitdijk (ingekleurd). Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) - 2011 - 3551
De jonge civiel-ingenieur Cornelis Lely komt in 1886 als adviseur bij de Zuiderzeevereniging te werken. Zo raakt hij intensief betrokken bij de plannen voor het afsluiten van de Zuiderzee. In 1891, inmiddels is Lely minister van Waterstaat, rondt hij zijn plannen voor de inpoldering van de Zuiderzee af. Hierbij is de eerste stap om een scheiding van het water tussen de kop van Noord-Holland en Friesland te maken. In de volgende stap moet het stuk voor stuk inpolderen van het nieuw ontstane meer bewerkstelligd worden. De ideeën om delen van de Zuiderzee droog te leggen komen voort uit de behoefte aan nieuwe vruchtbare grond. In eerste instantie wordt dit plan door het kabinet afgedaan met de gedachte dat het project niet urgent is en de winst niet zal opwegen tegen de kosten.
Maar tijdens de Eerste Wereldoorlog blijkt eens te meer hoe belangrijk het is voor Nederland het grondgebied uit te breiden om zelfvoorzienend te kunnen zijn in de graanproductie. Als in 1916 de watersnood plaatsvindt wordt men met de neus op de feiten gedrukt dat de waterkering tegen de zee nu toch echt verbetering behoeft.
Het wordt dus tijd om actie te ondernemen.
En zo luidt in juni 1918 artikel 1 van de wet die de grondslag voor de Zuiderzeewerken vormt:
‘Op nader door Ons of van Onzentwege vast te stellen wijze, worden voor rekening van den Staat
A. de werken uitgevoerd, noodig:
1. tot afsluiting van de Zuiderzee door een afsluitdijk, loopende van de Noordhollandsche kust door het Amsteldiep naar het eiland Wieringen en van dit eiland naar de Friesche kust bij Piaam;
2. voor de droogmaking van gedeelten van de af te sluiten Zuiderzee;
3. tot voorziening in de belangen van waterkeering, afwatering en scheepvaart, voorzooveel deze door de afsluiting en de droogmaking geschaad worden;
B de maatregelen getroffen en de werken uitgevoerd, noodig tot voorziening in de belangen van de landsverdediging, in verband met de onder A bedoelde werken.’
De komst van de afsluitdijk heeft grote gevolgen gehad voor de bewoners rondom de toenmalige Zuiderzee. Hij bracht veiligheid voor de bewoners rond de Zuiderzee, maar ook grote zorgen. Want hoe moesten al die vissers in leven blijven, aan de boorden van een zoetwatermeer? De meeste vissen zouden verdwijnen, de woeste zee zou een kalm meer worden en dus moest er naar nieuwe inkomstenbronnen gezocht worden.
In Andere Tijden de overlevingsstrijd van Nijkerk, Elburg en al die andere Zuiderzeeplaatsen.
Bekijk de uitzending en lees het volledige artikel op de website van Andere Tijden.