Artikel

Tot de schijt ons doodt

Van zure regen tot stikstof

Het is een mooie ochtend op 4 mei 1983 in Nationaal Park De Peel. De lucht is helder en fris, maar het landschap voelt vreemd en stil aan. Waar normaal de bomen vol in bloei zouden staan en het geluid van kwakende kikkers uit de vennen zou echoën, blijft het nu angstvallig stil. De vennen zijn drooggevallen en de kalende bomen lijken eerder de herfst in te luiden dan de lente. Even verderop, in een lokale krantenkiosk, worden de kranten van die dag uitgestald voor de verkoop. Boven op de stapel kranten ligt de Volkskrant. Op de voorpagina staat in vetgedrukte letters: ‘Zure regen vernietigt leven in Nederlands water’. Zou dit een verklaring kunnen zijn voor het dorre en stilgevallen landschap in het hart van de lente?

Een pamflet van het Ministerie van Volkshuisbesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. ‘Zure regen. Onze eigen schuld. Onze eigen zorg’, Collectie Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (Amsterdam), IISG BG D47/389.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw heerste er een voelbare angst in Nederland. De lucht die we inademden zou ons ziek maken, de bossen zouden afsterven en het water in plassen en meren zou zo vervuild zijn dat er geen leven meer mogelijk zou zijn. Dit alles kwam door een fenomeen dat bekendstaat als ‘zure regen’. Tegenwoordig komt zure regen niet meer in het nieuws, maar vanaf de jaren zeventig tot negentig was het een veelbesproken onderwerp. Lange tijd werd zure regen alleen gezien als een probleem dat zich buiten Nederland afspeelde, maar daarin kwam al snel verandering.

Bang voor zure regen

Toen de verwoestende effecten van verzuring bekend werden nam de aandacht voor zure regen in Nederland snel toe. In het artikel van de Volkskrant uit 1983 werd wetenschapper Jan Roelofs geïnterviewd, hij deed destijds onderzoek naar verzuring van water en bodem. Roelofs ontdekte dat ook in ons land merkbare schade was aangericht door de neerslag van zwavelzuur, oftewel: zure regen. Hij vertelt nu dat het nieuws destijds insloeg als een bom: ‘Er was echt angst bij de mensen, die ook terecht was’. Zijn onderzoek vormde de basis voor een radicale verandering in de mentaliteit van de Nederlanders. Zure regen werd ineens een ‘hot item’ en Nederland was vastberaden om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen.

Zure regen groeide uit tot een belangrijk politiek thema. De overheid investeerde in onderzoek naar de oorzaken van het probleem, zodat er snel een oplossing gevonden kon worden. Roelofs speelde hierbij een sleutelrol: hij zette zich zowel nationaal als internationaal in om grenzen te stellen aan de uitstoot van ammoniak en zwavelzuur. De overheid stelde vanaf 1985 wetten en regels op om de uitstoot van industrie te beperken. Onder andere kolencentrales en auto’s werden voorzien van een filter dat uitstoot minder schadelijk maakte. Als gevolg hiervan nam de zwaveluitstoot na 1985 af met 95 procent, volgens Roelofs. Ook zette het ministerie van milieubeheer de campagne Stop Zure Regen op. Overal in de stad waren vanaf dat moment pamfletten en posters te zien met afbeeldingen van afstervende bossen en eroderende standbeelden. De minister van Landbouw bedacht naast de campagne de slogan ‘tot de schijt ons doodt’. Hiermee werd duidelijk dat ook boerenbedrijven een belangrijke bijdrage konden leveren aan het verminderen van de verzuring, door anders om te gaan met mest.

Vergeten stikstof

Door deze succesvolle campagne was de ernst van de problematiek duidelijk geworden. Het Nederlandse publiek voerde op grote schaal actie. De maatschappelijke en politieke druk spoorde aan tot een collectief optreden, waardoor een oplossing van het probleem steeds dichterbij kwam. ‘Er is toen ontzettend veel aan gedaan, waardoor het hele probleem van verzuring tussen 1990 en 2000 is opgelost’ zegt Roelofs.

Maar door de overweldigende aandacht en inzet om de zure regen aan te pakken sneeuwde een ander - net zo dringend - probleem onder: de uitstoot van stikstof. In zijn onderzoek naar de rol die de bio-industrie had bij de uitstoot van ammoniak ontdekte Roelofs niet alleen dat er dichtbij boerenbedrijven te veel ammoniak in het regenwater zat. Hij ontdekte ook dat er te veel stikstof neersloeg. De stikstof versterkte het effect van de zure regen, en werd net als ammoniak uitgestoten door boerenbedrijven. Door de maatregelen die waren opgelegd was de stikstofuitstoot al afgenomen, maar dit bleek niet genoeg te zijn.

Vandaag de dag worstelen we nog steeds met de uitstoot van stikstof. Dat dit tot maatschappelijke onrust leidt, blijkt uit de boerenprotesten die in de afgelopen jaren regelmatig plaatsvinden. Roelofs is nog altijd betrokken bij de stikstofaanpak. Hij ziet dat zure regen vandaag de dag als een argument wordt gebruikt tegen het invoeren van stikstofmaatregelen. Het verdwijnen van zure regen zou impliceren dat de effecten van milieuproblemen overdreven worden, vinden sommige tegenstanders van maatregelen, dus zullen we het over een jaar of dertig ook wel niet meer hebben over de stikstofcrisis. Roelofs: ‘Daarbij wordt vergeten dat het zwavelprobleem destijds volledig is opgelost dankzij de maatregelen die zijn genomen.’

Door Femke Visser, masterstudent Geschiedenis & Actualiteit aan de Radboud Universiteit.