Artikel

Waar de wolf leeft, groeit het bos

Door: Jerker Spits

Miniatuur uit Der naturen bloeme (KB KA 16) door Jacob van Maerlant.

De eerste wolf die na meer dan honderd jaar afwezigheid de Nederlandse grens oversteekt, komt in een ander land aan dan zijn laatste voorganger: koetsen en paarden hebben plaatsgemaakt voor acht miljoen auto’s, honderdveertigduizend kilometer verharde weg en 3.200 kilometer spoorweg. De bevolking is meer dan verdrievoudigd. De oppervlakte aan natuur is met driekwart afgenomen.

Bij alle veranderingen in de leefomgeving van de wolf is er een constante: de fascinatie en vaak uitgesproken afkeer van de mens voor het dier. 'De lupus – “wolf” in onze taal – is een vals en kwaadaardig dier, onverzadigbaar en roofzuchtig', schreef Jacob van Maerlant al in Der naturen bloeme (1272). In de Middeleeuwen werd de wolf die schapen of lammeren doodde berecht en soms verkleed als mens opgehangen. Tegenover de vele beschrijvingen van de wolf als roofzuchtig en bloeddorstig staan andere beelden: die van de zorgzame wolf die mensenkinderen beschermt (Romulus en Remus, de stichters van Rome), van een wijs en krachtig dier (de oorspronkelijke bewoners van Amerika), zelfs van de wolf als drager van een instinctief weten dat de mens in de loop van de geschiedenis verloren heeft. Mensen die in het wild een wolf zien, vinden dit vaak een prachtige ervaring.

Voor boswachter Frank Theunissen is de wolf een verrijking van de natuur. Hij is onder de indruk van de veranderingen die het dier teweegbrengt. 'Al het afgezakte komt weer tot leven. De wolf brengt dynamiek, het wild wordt scherp.' Waar de wolf is, krijgen herten minder kans om jong loof en bast te eten. Morgenstern, meidoorn en eik krijgen meer kansen om te groeien. De vrees van Theunissen is vooral dat de wolf een 'politiek dier' wordt. 'Onbekend maakt onbemind. We lezen niet. We verdiepen ons niet. Dat stoort me enorm. Ik hoop dat de wolf de ruimte krijgt dat te doen waarvoor hij op aarde is en niet gedemoniseerd wordt.'

Het lijkt voor de mens moeilijk om te accepteren dat hij het gedrag van de wolf – naar menselijke maatstaven gemeten – niet kan uitleggen of verklaren. Net als bij andere levende wezens in de natuur kunnen we niet vanuit hun ogen kijken naar de wereld. We kunnen ons wel openstellen voor hun manier van leven. Maar dat blijkt moeilijk.

De mens doodt in Nederland 47.224 varkens, 1842 schapen en 1.583.227 ‘vleeskuikens’ per dág (CBS, 2022). Het zijn onvoorstelbaar hoge aantallen vergleken met het aantal door de wolf gedode schapen. Het gebeurt alleen buiten ons blikveld. We zien de mens als beschaafd, de wolf als wild. De mens kent een grens, de wolf kan zich niet inhouden.