Artikel

Reizen tegen rassenhaat

Door: Laura Visser-Maessen/Historisch Nieuwsblad

In de zomer van 1961 namen honderden blanken en zwarten deel aan de zogeheten Freedom Rides. Ze protesteerden daarmee tegen de rassenscheiding in het busvervoer. Dat kwam hen duur te staan.

‘Eet goed en geniet ervan, want dit is misschien ons Laatste Avondmaal.’ Begin mei 1961 proberen John Lewis en zijn metgezellen zich te ontspannen in een Chinees restaurant in Washington, DC. Ze hebben zojuist nerveus hun testament opgesteld. Lewis is zwart en net 21. Samen met zes andere zwarte en zes blanke activisten zal hij de volgende dag vertrekken voor de eerste Freedom Ride, een gevaarlijke busreis van twee weken door het zuiden van de Verenigde Staten met als eindbestemming New Orleans. Geïnspireerd door de mislukte ‘Reis van Verzoening’ door burgerrechtenorganisatie Congress of Racial Equality (CORE) in 1947, wil de groep testen of de federale overheid hen zal beschermen als ze de strenge segregatieregels in de zuidelijke staten overtreden. Volgens deze regels moeten blanken altijd voor en zwarten achter in een bus plaatsnemen.

Het Hooggerechtshof heeft segregatie in busverkeer tussen de staten verboden, maar de federale overheid weigert deze uitspraak te handhaven. De Freedom Ride, schrijft CORE-leider James Farmer aan president Kennedy, is daarom een gevecht voor ‘het behoud van de democratie’.

De actie was broodnodig. De alom geprezen uitspraak van het Hooggerechtshof uit 1954 Brown versus Board of Topeka, die gesegregeerd onderwijs verbood, had in het zuiden het tegenovergestelde effect gehad. De bekendste burgerrechtenorganisatie, de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), werd in Alabama verboden en elders geïntimideerd. De racistische Ku Klux Klan en andere haatgroepen groeiden explosief, waardoor onderdrukking van zwarten toenam. Dit werd toegestaan door de lokale autoriteiten, die intensieve wetgeving doorvoerden om de raciale status-quo te handhaven en burgerrechtenactivisme te ontmoedigen. In 1956 zwoeren 98 zuidelijke politici in de nationale Senaat en het Huis van Afgevaardigden zelfs om elke vorm van ‘gedwongen integratie via alle wetmatige middelen te bestrijden’. Dit verlamde de mogelijkheden van de federale overheid om de zwarte emancipatie verder te bevorderen.

Lees het hele artikel op de website van Historisch Nieuwsblad.