Het thema van de Maand van de Geschiedenis 2020 is Oost/West. Wat was jouw eerste associatie met dit thema?
‘Mijn eerste associatie is dan toch mijn eigen biografie, die ik aan een onderzoek onderwerp. Mijn eigen migratieverhaal – en de vertakkingen die het heeft gekregen – is er een van verplaatsing van wat mensen als deel van het Oosten beschouwen, Marokko, naar het Westen: Nederland. Dat klinkt logisch, maar vanuit Marokkaans perspectief is Marokko het Westen, “Al Maghreb” betekent “de plek waar de zon ondergaat”. De verwarring die dit soort plaatsbepalingen creëert, zie ik dan ook als uitgangspunt voor mijn verhalen.’
Waar gaat jouw essay over en hoe ben je op dit onderwerp gekomen?
‘Het verhaal van de Barbarijse zeerovers en de Nederlandse inbreng daarin in de persoon van Jan Janszoon uit Haarlem draag ik al meer dan twintig jaar in me. In z’n anekdotiek is het haast ongeloofwaardig: een Nederlander die overgaat tot de islam en hartstochtelijk voor de moslims gaat kapen op Nederlandse vracht.
Maar het kon pas een verhaal worden toen ik er mijn eigen, persoonlijke verhaal in vond: ik kwam er onlangs achter dat de streek waar ik vandaan kom, letterlijk het strand waar ik op een steenworp afstand ben geboren, tot in de negentiende eeuw een vertrekpunt was voor piraten! De Engelse consul in Tanger kwam hoogstpersoonlijk naar dit dorp om er poolshoogte te nemen. Het samenkomen van twee verhaallijnen maakt het tot een goed verhaal.’
Wat vind jij het belang van geschiedenis?
‘Ik zal een voorbeeld geven: voor de meeste mensen bestaat geschiedenis uit jaartallen, en vinden ze het dus vervelend. Maar ik was altijd ontzettend geïnteresseerd in het verhaal achter die jaartallen. Het jaartal 1492: de val van Granada, het jaar waarin Columbus naar de Nieuwe Wereld trekt – een jaar met gigantische gevolgen.
In oktober 2020 is het essay van Abdelkader Benali verkrijgbaar bij de boekhandel voor € 3,99.