Artikel

Mijn tragiek

Door Dewi de Nijs Bik

Dewi de Nijs Bik schreef een gedicht bij een kanon uit het VOC-schip De Witte Leeuw.

deBuren vroeg achttien jonge schrijvers uit Vlaanderen en Nederland om eeuwenoude artefacten uit de tentoonstelling 80 jaar oorlog in het Rijksmuseum een stem te geven.

Scheepskanon uit V.O.C.-schip de Witte Leeuw, Henricus Meurs, 1604/ Rijksmuseum, Amsterdam

Ik ben hier niet de boosdoener ik ben maar een verlengstuk
zoals ik en de mijnen dat altijd zijn
een destructief verlengstuk van de mens die constant meer wil
van mij van mij

elke kogel die ik uitspoog was gemaakt van hebzucht
de harde knal wanneer de vijand werd geraakt
moest het ware geluid van de inslag maskeren

want luisterde je beter dan hoorde je een vals gelach
zo’n heksenlach krakerig en hoog als in de tekenfilms
het stripfiguurtje steekt zijn wijsvinger in de lucht
de ogen samengeknepen ja zijn snode plan heeft gewerkt

al was er nooit echt een strategie tijdens die vuurgevechten op zee
hooguit een aanvalsplan het was vooral een kwestie van
iedereen die in de weg voer overhoop knallen
kom maar door met die kruidnagel peper en foelie

maakt mij dit banaal? dat ik er alleen was
om het economische belang van mijn land te dienen?

sommigen van jullie denken van niet
jullie verzamelen oude impotente verlengstukken als ik
kelders garages zolders beurshallen musea vol
van mij van mij


mijn eeuwenlange bestaan staat in het teken van dat ene
ja verzamelwoede is ook een vorm van hebzucht

Dewi de Nijs Bik, © Marianne Hommersom

Dewi de Nijs Bik (1990) houdt sinds 2012 diepte-interviews voor Moesson, hét Indisch maandblad. Tijdens haar masters Nederlands en Comparative Literature onderzocht ze politiek engagement en de rol van affect in moderne literatuur. Momenteel studeert ze af aan Schrijversvakschool Amsterdam. Haar proza en poëzie verschenen in Extaze, op Hard//hoofd en in de bundel van de Turing Gedichtenwedstrijd 2017. Ze droeg onder meer voor op Oerol en tijdens Dichters in de Prinsentuin.