Artikel

De Hagenpreek, of de prediking van Johannes de Doper

Door Naomi Jacobs

Naomi Jacobs schreef een verhaal bij het schilderij Hagepreek, of de prediking van Johannes de Doper van Pieter Brueghel de Jonge naar Pieter Bruegel de Oude.

deBuren vroeg achttien jonge schrijvers uit Vlaanderen en Nederland om eeuwenoude artefacten uit de tentoonstelling 80 jaar oorlog in het Rijksmuseum een stem te geven.

Pieter Brueghel de Jonge naar Pieter Bruegel de Oude, Hagepreek, of de prediking van Johannes de Doper, ca. 1620/ Musea Brugge © www.lukasweb.be - Art in Flanders vzw, foto: Hugo Maertens

Je moet goed kijken om me te zien, ik ben welbeschouwd de kleinste hier. Ik zit in m'n blootje bij mijn moeder op schoot, vind je ook niet dat ze een mooie hoed op heeft? Mijn ouders zijn helemaal achteraan gaan zitten, met moeite kan ik horen wat Johannes de Doper vertelt. Mijn vader is vooral druk met het lezen van die mans hand. Mensen komen van ver om zich door mijn vader de waarheid te laten vertellen. Maar als ze nou eens wat zachter zouden praten, dan kon ik tenminste horen wat er vooraan wordt gezegd. Wat ik wél heb gehoord is dat er kerken zijn bestormd en beelden kapotgeslagen. Er is verandering op komst. Mijn moeder was niet de enige die dit jaar hoogzwanger begon. De tijd zélf is zwanger, van verandering.

Iedere geboorte markeert een nieuw begin, en niet alleen het daadwerkelijk ter-wereld-komen. Ook een kapot geslagen schilderij of een omvergeworpen beeld is als een geboorte waarmee een nieuw begin wordt ingeluid. Het nieuwe slaat in op de status quo. Het nieuwe vernietigt het oude. Het is een proces van voortdurende innovatie, creatieve destructie.

Hier, nu we luisteren naar onze prediker, veranderen de regels van wat mogelijk is. Als een wonder zullen zijn woorden iets teweegbrengen wat sterker is dan haar eigen oorzaak.

Mijn moeder kijkt er verwachtingsvol naar uit, naar de geboorte van een nieuwe tijd. "Jouw toekomst is hoopvol", fluistert ze zachtjes in mijn oor als ze me te slapen legt. "Jij, kleintje, zult bevrijd zijn van het juk van die Spaanse overheersers en hun hypocriete geloof."

Mijn vader is niet zo hoopvol, integendeel zelfs. Volgens hem brengt dit jaar ons chaos; vernielingen en gruwelijke moordpartijen. Het zal veel van de mensen die hier vandaag aanwezig zijn ten deel vallen. Sommigen zullen worden vermoord, anderen opgesloten. Een enkeling zal weten te vluchten en zijn tijd in ballingschap slijten. Mijn vader heeft altijd al een vooruitziende blik gehad. Daarom vragen ook zoveel mensen of hij hun hand wil lezen.

Hé wat doet die vieze hond daar? Waarom gaat dat beest op mijn vaders mantel zitten? Is dit misschien een donkere voorbode, die ons wijst op de hondse trouw van enkele hier aan het Spaanse gezag? Of suggereert dit beest soms dat mijn vader een valse waarzegger is? Gatver, wegwezen jij vies beest!

Naomi Jacobs, © Marianne Hommersom

Naomi Jacobs (1990) promoveert in techniekfilosofie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Samen met filosofen Lisa Doeland en Elize de Mul schreef ze het boek Onszelf voorbij, kijken naar wat we liever niet zien dat begin 2018 bij Uitgeverij de Arbeiderspers verscheen.