Artikel

Wrap-up Maand van de Geschiedenis 2017

Geluk heeft een X-factor

Nacht van de Geschiedenis in het Rijksmuseum / Foto: Michele Giebing

Tweeënhalve maand van zomerse vrijheid strekten zich voor me uit. Daarna kon ik opnieuw gaan bepalen wie ik wilde zijn en vanuit anonimiteit verbindingen maken met nieuwe mensen. Tot die tijd kon ik genieten van dat vooruitzicht en een eindeloze zomer feestvieren met een vertrouwd gezelschap. Het was na mijn eindexamen. Geluksgevoelens kunnen verbonden zijn aan vrijheid van keuze, en aan dat wat nog in het verschiet ligt. Maar dit is maar één interpretatie.

De afgelopen Maand van de Geschiedenis hebben we geprobeerd het thema Geluk historisch te duiden en iets te begrijpen van wat geluk nu betekent.

Geluk is vandaag een containerbegrip, van reclamecampagnes (jouw eigen geluksmomentje met een pakje drinkyoghurt) tot zelfhulpboeken en workshops (The World Book of Happiness). Al deze producten en diensten hebben dezelfde boodschap: je levensgeluk heb je zelf in de hand. Essayist van de Maand Herman Pleij over de geluksindustrie: ‘Iedereen kan het. En blijf je tobben, dan ben je een loser.’ 

De vraag diende zich aan of geluk vandaag niet wordt verward met welbevinden. Echte geluksmomenten, stelde Pleij, zijn persoonlijk. Het zijn momenten waarop alles klopt en je plotseling een geluksgevoel overvalt. Nelleke Noordervliet verwoordde het in radioprogramma OVT op 1 oktober als volgt: ‘Gelukkig zijn is een talent, het is iets als goed kunnen tekenen. Iedereen kan een beetje leren tekenen, maar het ware tekenen is weggelegd voor een enkeling die er geen moeite voor hoeft te doen.’

En zo ging de Maand voort en probeerden we vat te krijgen op dat ongrijpbare begrip; geluk.

Er tekende zich een paradox af. Die tussen de constatering dat geluk iets onverwachts en persoonlijks is en de drang om (van bovenaf) dat geluk te controleren, reguleren en vergroten.

Het proberen te beïnvloeden van het geluk is iets dat de mens sinds jaar en dag doet. Op de woeste zee van emotie en tegenslag worden in elke periode in de geschiedenis andere vaartuigen ingezet om de blik op de einder te houden.

In de vierde eeuw voor Christus probeerden de Stoïcijnen om onbewogen te blijven onder elke aanval van emotie, vreugdevol of verdrietig. De kerk bepaalde lange tijd wat wel en niet mocht en tot de late Middeleeuwen lag de geluksbeloning in het hemelse paradijs, beschikbaar voor elk die zich hield aan de regels. En dan waren er bewegingen die tegen die sobere regels ingingen. Zij die genotsbeleving voorzagen van een puur vrome interpretatie, zoals de Adamieten die, om weer met Pleij te spreken ‘bloot rondhupsten’ – de rest kun je invullen. In de meer recente geschiedenis kwam de ontplooiing van het individu op de voorgrond. Gelukkig kon je worden als je enige mate van zelfbeschikking had. Linksom of rechtsom probeerde de mens de zinloosheid van het bestaan af te wenden door er een perspectief tegenover te stellen. In het hiernamaals of, vanaf de late Middeleeuwen, in het hier en nu.

De gelukszoeker is een fenomeen dat verbonden is aan de zoektocht naar groenere weiden of aan behoud van identiteit, lijf en leden. Door de eeuwen heen pakten velen hun boeltje om zich te vestigen daar waar het beter was (vanwege bijvoorbeeld godsdienstvrijheid of arbeidsperspectief) of beter zou worden (omdat er een nieuwe samenleving werd opgebouwd). Soldaten die naar de koloniën vertrokken werden ook wel gelukszoekers genoemd. In de voorstelling De Gelukzoekers Tragedie in Museum Bronbeek werd het zo verwoord:

‘Gelukzoeken, dat is iets van de wereld zien en hopen dat bij thuiskomst alles beter is.'

Terwijl sommigen worstelden met de definitie van geluk, brachten anderen het ter plekke in de praktijk. Die categorie met talent voor geluk, waar Nelleke Noordervliet het over had dus. Door heel Nederland waren er gelukscolleges, gelukssymbolen en activiteiten rond, ja, natuurlijk, ook de liefde! Bron van groot geluk en ongeluk. Tijdens de Nacht van de Geschiedenis in het Rijksmuseum liet Mark Traa met een verzameling contactadvertenties zien dat (heimelijke) liefde al eeuwenlang de harten sneller doet kloppen. Ingrediënten: spanning, verboden vruchten en het fantaseren over dat wat zou kunnen zijn.

Je kunt verlangen naar geluk, en als je dan zo’n geluksmoment hebt mogen proeven kun je het in retrospectief nog eens inzetten om het gevoel te herleven. Ik ken mensen met een nostalgische aard die zeggen dat zij het echte geluk alleen maar terugblikkend kunnen ervaren. Op het moment zelf zijn ze niet in staat de euforie helemaal te omarmen. Het ‘ach, wat was dat toen fijn en wat waren we gelukkig’ vormt het ultieme, bitterzoete geluksgevoel. Op de Culturele Zondag in Doesburg op 1 oktober vertelde Frank de Lange, ambtenaar van de burgerlijke stand, over de gelukskoffer die hij als kind gekregen had van zijn oudoom. ‘Als je blij bent, moet je een klein stukje van je geluk hierin stoppen. En als je droevig bent, kijk je in dat koffertje en zul je merken dat het helpt’, had zijn oom erbij gezegd. Genoten geluk kan troost bieden.

Is het dan echt zo ingewikkeld, gelukkig zijn? Als je de theorie aan de kant schuift, een groep Rotterdammers van uiteenlopende achtergrond in een verhalenhuis zet, ze samen So happy together  van The Turtles laat zingen en er veel eten bij serveert, lijkt het recept voor instant geluk ineens dichterbij te komen. Op de Dag van de Rotterdamse Geschiedenis op 29 oktober geschiedde aldus. Een gedeelde ervaring van saamhorigheid, het kan je zomaar een geluksgevoel opleveren.

Geluk, zei Aristoteles al, is het grootste verlangen en de belangrijkste ambitie van de mens.

Maar hoe hard je ook probeert om de goden gunstig te stemmen, het uiteindelijke geluksmoment is even zo onverwacht daar als dat het weer verdwenen is. Geluk heeft een X-factor. En dan begint weer het verlangen. En het streven naar dat geluk. Om met Jules Deelder te spreken: ‘Ben je gelukkig? Gelukkig niet.’

Ellen Snoep
Programmamanager Maand van de Geschiedenis

Ellen Snoep (midden) bij de Dag van de Rotterdamse Geschiedenis.