Artikel

Juryrapport Libris Geschiedenis Prijs 2016

Dit jaar wordt de Libris Geschiedenis Prijs voor het beste geschiedenisboek voor de tiende keer uitgereikt. Dat is een lustrum waar we als initiatiefnemers trots op zijn. We, dat zijn de betrokken instellingen, te weten de naamgever Libris, het Rijksmuseum, het Nederlands Openluchtmuseum, de NTR/VPRO, Historisch Nieuwsblad en de Volkskrant.

De Libris Geschiedenis Prijs bekroont in de Nederlandse taal geschreven historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. De criteria zijn dat het boek origineel is van onderwerp en opzet, prettig leesbaar geschreven, en stoelt op degelijk historisch onderzoek. Er is een bedrag van 20.000 euro aan de prijs verbonden.

Afgelopen jaar waren er 324 inzendingen, verschenen tussen juli 2015 en juli 2016. Frans Smits, hoofdredacteur van Historisch Nieuwsblad, en Volkskrant-redacteur Martin Sommer selecteerden uit deze lijst 110 titels die voor nadere beoordeling in aanmerking kwamen. Uiteindelijk bleven er tien boeken over, die als longlist door de hele jury zijn gelezen.

Afgezien van Smits en Sommer bestond de jury dit jaar uit Karin van den Born, eindredacteur NTR-televisie; Martine Gosselink, hoofd afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum Amsterdam; Alexander Münninghoff, journalist en schrijver, tevens winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs 2015 met het boek De Stamhouder, Peter Raedts, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit en Ellen Snoep, als projectmanager Maand van de Geschiedenis verbonden aan het Nederlands Openluchtmuseum.  

Juryvoorzitter was dit jaar Henk van Os, oud-directeur van het Rijksmuseum en universiteitshoogleraar Kunst en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam.

Uit de longlist van tien heeft de jury vijf boeken gekozen voor de shortlist. Dit jaar liep de thematiek ver uiteen, zij het dat vier van de vijf auteurs zich toelegden op de nieuwe geschiedenis, dat wil zeggen de negentiende of twintigste eeuw. De jury beoordeelde het niveau van de vijf beste inzendingen als uitstekend, goed leesbaar, origineel van onderwerp en invalshoek, en goed gedocumenteerd.

In alfabetische volgorde van de auteurs luidt het samengevatte oordeel van de jury over de vijf boeken van de shortlist als volgt:

Machiel Bosman: De roofkoning. Prins Willem III en de invasie van Engeland (Uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep)

Machiel Bosman beschrijft in De roofkoning de invasie van Engeland door stadhouder Willem III alsof de lezer het avontuur zelf meebeleeft. Bosman aarzelt niet om daarvoor literaire technieken te gebruiken en bedrijft bijna experimentele geschiedenis van binnenuit. Ook afgezien van de verteltechniek was het hoog tijd voor een nieuw boek over deze merkwaardig weggezakte geschiedenis van de verovering van de Engelse kroon door een Nederlandse prins, die aan de wieg stond van de Britse constitutionele monarchie.

Philip Dröge: Moresnet. Opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje (Uitgeverij Het Spectrum)

Philip Dröge schreef een verrassend, af en toe hilarisch en zeer onderhoudend boek over het neutrale pseudolandje Moresnet, dat een soort afschaafsel was van het Congres van Wenen. Dröge bewijst met dit boek dat je ook van een paar honderd hectare geschiedenis op hoog niveau kunt maken. Met oog voor detail en grote nieuwsgierigheid laat hij overtuigend zien hoe toeval de meesteres van de geschiedenis kan zijn. Dröge heeft een bijzonder stemgeluid gevonden: lichtvoetig, vrolijk en toch degelijk onderbouwd.

Elisabeth Leijnse: Cécile en Elsa, strijdbare freules. Een biografie (Uitgeverij De Geus)            

Elisabeth Leijnse stootte letterlijk op een goudader. Dat wil zeggen een kist vol onbekende brieven, en schreef mede op grond daarvan een meeslepende dubbelbiografie van de twee aristocratische zusters De Jong van Beek en Donk. De lezer krijgt het volle pond aan zowel liefde als tweespalt tussen de heetgebakerde zusters. Aan de hand van deze vrouwenlevens geeft Leijnse ons een unieke blik in het intellectuele leven van de tweede helft van de negentiende tot ver in de twintigste eeuw. Dit meeslepende boek is levensgeschiedenis, cultuurgeschiedenis en maatschappijgeschiedenis ineen. 

Lodewijk Petram: De vergeten bankencrisis (Uitgeverij Atlas Contact)              

Lodewijk Petram schreef een even verbazingwekkend als uitstekend uitgewerkt verhaal over de bankencrisis in de jaren twintig van de vorige eeuw. Verbazingwekkend, vanwege de frappante gelijkenis met de recente bankencrisis in Nederland. Bankiers waren groter dan hun formaat toeliet; de minister moest ingrijpen en de belastingbetaler moest opdraaien voor de kosten. Vooral raakte de bankencrisis van toen snel in het vergeetboek, net als de huidige. Een rijk en met vaart geschreven boek dat alarmbellen zou moeten doen rinkelen.

Annejet van der Zijl: De Amerikaanse prinses (Uitgeverij Querido)

Annejet van der Zijl schreef een onberispelijke biografie van een onbekende Amerikaanse vrouw, en juist die onbekendheid maakt dit boek van de eerste bladzijde af origineel en ook spannend. Met haar leven vol successen en evenzoveel tegenslagen, neemt hoofdpersoon Allene Tew de lezer op sleeptouw. Van der Zijl schrijft aanstekelijk over het doorzettingsvermogen en het optimisme van deze Amerikaanse. Een knap beschreven leven, goed gedocumenteerd en tegen de achtergrond van driekwart eeuw woelige wereldgeschiedenis.


Het afgelopen jaar 2015/16 was alweer een mooi jaar voor het Nederlandse geschiedenisboek. Alle genomineerden kwamen in aanmerking voor deze prijs. Maar de Libris Geschiedenis Prijs kent uiteindelijk slechts één winnaar. De jury heeft besloten een boek te bekronen dat  uitmuntend is geschreven en daarmee een breed publiek aanspreekt, dat de lezer meesleept in een hartstochtelijke verhouding en tegelijk een duik neemt in de Nederlandse cultuurgeschiedenis.

 

De Libris Geschiedenis Prijs 2016 wordt toegekend aan: Cécile en Elsa van Elisabeth Leijnse.

 

Media